Overslaan en naar inhoud gaan

Aanvragen en beslissingen

> 44.000
hulpmiddelen en aanpassingen aangevraagd

Meer dan 44.000 hulpmiddelen werden aangevraagd.

21.136 personen hebben in 2019 een uitbetaling voor hulpmiddelen en aanpassingen (individuele materiële bijstand of IMB) gekregen (rechtstreeks of via derdebetalersysteem).

In 2019 werden 44.253 hulpmiddelen aangevraagd door 17.095 personen.

De hulpmiddelen worden gebundeld in de refertelijst. De refertelijst hulpmiddelen geeft een overzicht van de tegemoetkomingen (refertebedragen) voor verschillende courant gevraagde hulpmiddelen en aanpassingen met de bijhorende refertetermijnen.

Er zijn 22.250 beslissingen verstuurd naar 16.274 personen, waarvan 3.291 weigeringen.

In 2019 veranderde er heel wat voor het hulpmiddelenbeleid in Vlaanderen, zowel binnen als buiten het VAPH. Dit zijn de belangrijkste punten.

Huursysteem van hulpmiddelen bij snel degeneratieve aandoeningen (SDA)

Na een grondige voorbereiding zette het VAPH op 1 januari 2019 een eerste belangrijke stap naar een aangepast systeem voor het vergoeden van hulpmiddelen voor personen met een SDA. Door de snelheid van hun aandoening zijn zij onvoldoende geholpen met de reguliere procedures voor de advisering, aanvraag en vergoeding van hulpmiddelen. Daarom worden hulpmiddelen voor communicatie, computerbediening en omgevingsbediening vanaf 1 januari 2019 aangeboden in een huursysteem met een versneld traject voor advisering, aanvraag en levering.

Het huursysteem zorgt ervoor dat men snel over een hulpmiddel kan beschikken en ook snel een hulpmiddel kan inwisselen voor een beter passende oplossing wanneer de beperkingen evolueren. Hiervoor werd een afzonderlijke en eenvoudige aanvraagprocedure gestart in samenwerking met vijf gespecialiseerde multidisciplinaire teams en twee door het VAPH erkende verhuurders. De huur kan ingaan vanaf het ogenblik dat men een bindend advies heeft voor een huurpakket. Binnen de twintig werkdagen worden deze hulpmiddelen dan geïnstalleerd. De verhuur van deze hulpmiddelen door het VAPH verloopt parallel met de verhuur van mobiliteitshulpmiddelen van de Vlaamse Sociale Bescherming (VSB) voor dezelfde doelgroep.

Mobiliteitshulpmiddelen

Op 1 januari 2019 werd de volledige bevoegdheid voor de vergoeding van mobiliteitshulpmiddelen overgenomen door de Vlaamse Sociale Bescherming (VSB). De tegemoetkomingen van het RIZIV en de aanvullende tegemoetkomingen van het VAPH voor deze hulpmiddelen, inclusief de toekenning en uitbetaling van onderhoud en herstellingen, zijn daarmee vanaf die datum verenigd in de werking van de VSB. Dit was een ingrijpende verandering voor de vele gebruikers en professionelen die hierin betrokken partij zijn.

Het VAPH voorzag tot 1 januari 2020 nog de mogelijkheid om lopende aanvragen voor bepaalde mobiliteitshulpmiddelen te vervolledigen en in te dienen en blijft na 1 januari 2019 bevoegd voor een aantal hulpmiddelen voor verplaatsing over middellange afstand (vergelijkbaar met fietsen).

Hulpmiddelenfiches

Voor aanvragen vanaf 1 juli 2019 wijzigde de regelgeving op een aantal belangrijke punten. Het VAPH stapte af van het werken met het artificiële concept van functiebeperkingen en interventieniveaus als formeel juridische elementen in het beslissingsproces. Tegelijk werden voor elk hulpmiddel in de refertelijst, de lijst met vergoedingen voor frequent terugbetaalde hulpmiddelen, specifieke criteria in de regelgeving opgenomen in de vorm van een hulpmiddelenfiche. Elk van de circa 150 hulpmiddelenfiches bevat een duidelijke beschrijving van het hulpmiddel, het refertebedrag of het maximale bedrag van tussenkomst in de aankoop, de beoogde doelgroep, de refertetermijn of de veronderstelde gebruiksduur van het hulpmiddel, enz.

Door het schrappen van de functiebeperkingen en interventieniveaus in de regelgeving werd de aanvraagprocedure ingekort. Sinds juli 2019 dienen aanvragen van personen waarvan de handicap al is erkend, niet telkens meer opnieuw aan de provinciale evaluatiecommissie (PEC) te worden voorgelegd. De opdracht van de commissie werd beperkt tot de erkenning van de handicap. Deze vereenvoudiging opent de weg naar de geplande samensmelting van de PEC met de regionale prioriteitencommissie (RPC), in een nieuwe Vlaamse Toeleidingscommissie (VTC) om tot een efficiënter beslissingsproces te komen.

Uitbreiding tegemoetkomingen voor hulpmiddelen in woonzorgcentra, serviceflats ...

Op 1 januari 2019 werden de bestaande mogelijkheden voor het vergoeden van hulpmiddelen en aanpassingen voor gebruik in woonzorgcentra en serviceflats sterk uitgebreid. Daarmee werd tegemoetkomen aan de noden van de groep personen met een handicap die gebruik maken van deze zorgformules.

Uitbreiding van de refertelijst

In 2019 werd de refertelijst tweemaal aangepast. De eerste aanpassingen gingen in op 1 januari 2019. Op dat moment werden verscheidene tegemoetkomingen toegevoegd of aangepast in uiteenlopende domeinen. Zo werden een aantal vergoedingen voor smartphones en tablets opgenomen als oplossing voor diverse probleemactiviteiten. Maar ook voor bijvoorbeeld de verzorgingsbedden, anti-decubitusmatrassen en bodemverlaging wijzigde de refertelijst.

Op 1 juli 2019 werd een volgende reeks aanpassingen van kracht. Binnen de activiteit 'Wonen' werden een aantal vergoedingen voor aanpassingen aan het sanitair (zoals het plaatsen van een inloopdouche of verhoogd toilet) opgetrokken. De meerkosten voor het bouwen van een aangepaste nieuwbouwwoning of de aankoop van een aangepaste woning met de nodige meeroppervlakte in functie van rolstoelgebruik kunnen vanaf 2019 ook vergoed worden via de refertelijst.

Daarnaast werd de refertelijst vooral voor de activiteiten 'Mobiliteit' en 'Communicatie' aangepast. Er werden bijvoorbeeld vergoedingen voorzien voor de aankoop van tweedehands auto's die reeds bij de aankoop aangepast zijn met een bodemverlaging. De vergoedingen voor de verschillende types beeldschermloepen werden ook op een andere manier ingedeeld met een aangepaste vergoeding.