Overslaan en naar inhoud gaan

Ondersteuningscombinaties

In 2019 hadden 104.040 personen een vorm van VAPH-ondersteuning of een zorgbudget.

Personen met een handicap kunnen gebruik maken van verschillende vormen van ondersteuning. Op deze pagina wordt voor iedere ondersteuningsvorm in kaart gebracht hoeveel personen er gebruik van maken op basis van gegevens van 31 december 2018 en 30 juni 2019. Ook wordt een overzicht gegeven van hoe mensen verschillende ondersteuningsvormen combineren.

Ondersteuningsvormen

In het overzicht wordt zowel ondersteuning voor minderjarigen als meerderjarigen weergegeven. Enerzijds komt de laagdrempelige ondersteuning in trap 1 aan bod. Daartoe behoren de rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) en het zorgbudget voor mensen met een handicap. Anderzijds wordt de niet-rechtstreeks toegankelijke hulp in trap 2 in kaart gebracht. Daarbij gaat het om minderjarigen in een multifunctioneel centrum (MFC) of met een persoonlijke-assistentiebudget (PAB), en om meerderjarigen met een persoonsvolgend budget (PVB).

Daarnaast wordt ook het aantal actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen weergegeven (individuele materiële bijstand of IMB). Met 'actieve gebruikers' worden personen bedoeld die een tegemoetkoming voor hulpmiddelen en aanpassingen gekregen hebben in de 10 jaar voor de referentiedatum en die niet overleden zijn voor de referentiedatum.

Tot slot geven we ook mee hoeveel meerderjarigen wachten op een (verhoging van hun) persoonsvolgend budget per prioriteitengroep (PG). Hun vragen worden ingedeeld in een van de drie prioriteitengroepen, waarbij prioriteitengroep 1 de dringendste vragen bevat.

Tabel 1: evolutie in aantal personen per ondersteuningsvorm
* Het totaal is niet gelijk aan de som van de categorieën, omdat een persoon in meerdere categorieën kan voorkomen.
Ondersteuningsvorm 31.12.2018 31.12.2019
Zorgbudget 14.674 16.060
RTH 26.243 27.940
MFC 9.527 9.261
PAB 879 1.038
PVB 24.677 25.299
IMB 46.935 46.767
PG 1 1.257 1.829
PG 2 1.616 2.826
PG 3 12.190 11.487
Totaal (unieke personen)* 101.661 104.040

Combinaties van ondersteuningsvormen

Sommige ondersteuningsvormen kunnen gecombineerd worden. Niet alle combinaties zijn echter toegestaan. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal mensen per combinatie van ondersteuningsvormen. In het overzicht wordt de ondersteuning in trap 1 gegroepeerd: rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) en het zorgbudget voor mensen met een handicap. Ook de ondersteuning binnen trap 2 wordt gegroepeerd (zowel voor minderjarigen als meerderjarigen): ondersteuning door een multifunctioneel centrum (MFC), via een persoonlijk assistentie-budget (PAB) of via een persoonsvolgend budget (PVB). Een persoon kan in onderstaande tabel maar in een van de categorieën van combinaties voorkomen. Het totaal is dus gelijk aan de som van de onderdelen.

Tabel 2: evolutie in ondersteuningscombinaties
Ondersteunings- combinatie 31.12.2018 31.12.2019 Percentage 31.12.2019
Enkel IMB 28.162 27.581 26,5%
Enkel trap 1 25.313 26.894 25,8%
Enkel trap 2  19.548 19.750 19,0%
Trap 2 + IMB  10.376 10.378 10,0%
Trap 1 + PG 4.838 5.303 5,1%
Trap 1 + IMB 3.383 3.459 3,3%
Trap 2 + PG 3.147 3.371 3,2%
Trap 1 + IMB + PG 2.203 2.406 2,3%
enkel PG 1.879 1.955 1,9%
Trap 2 + IMB + PG 1.621 1.759 1,7%
IMB + PG 1.200 1.184 1,1%
Totaal 101.661 104.040 100%

Ondersteuning in trap 1 kan niet gecombineerd worden met ondersteuning in trap 2. Andere combinaties zijn wel toegelaten. Uit de tabel blijkt dat mensen in veel gevallen van de combinatiemogelijkheden gebruik maken. Zo wordt bijvoorbeeld ondersteuning in trap 1 of trap 2 gecombineerd met het gebruik van een hulpmiddel of aanpassing om tot een optimale ondersteuning op maat te komen. Daarnaast zien we ook dat mensen die wachten op een persoonsvolgend budget in een prioriteitengroep in afwachting van de terbeschikkingstelling van hun budget vaak gebruik maken van ondersteuning in trap 1 (via RTH en/of een zorgbudget voor mensen met een handicap), eventueel in combinatie met een hulpmiddel en/of aanpassing.

Grafiek: verschillende ondersteuningsvormen en de combinaties

Grafiek: verschillende ondersteuningsvormen en de combinaties

Mensen die wachten op een (verhoging van hun) persoonsvolgend budget (PVB) in een prioriteitengroep, kunnen gebruik maken van andere ondersteuningsvormen in afwachting van de terbeschikkingstelling van hun persoonsvolgend budget. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de gebruikte ondersteuningsvormen door de wachtenden in de prioriteitengroepen.

Tabel 3: overzicht wachtenden in de prioriteitengroepen: welke VAPH-ondersteuning krijgen ze al?
  PG 1 PG 2 PG 3 Totaal PG % van totaal aantal wachtenden
Zorgbudget 219 414 3.052 3.652 22,9%
RTH 239 394 1.364 1.984 12,4%
Zorgbudget + RTH 355 386 1.392 2.073 13,0%
MFC of PAB 47 115 116 277 1,7%
Deel-PVB 672 1.073 3.153 4.853 30,4%
Geen van bovenstaande 297 444 2.410 3.139 19,7%
Totaal 1.829 2.826 11.487 15.978 100%
Tabel 4: overzicht wachtenden in de prioriteitengroepen: ondersteuningscombinaties opgesplitst naar al of niet gebruik van hulpmiddelen en woonaanpassingen (IMB)
  PG aantal met IMB aantal zonder IMB
Zorgbudget 3.652 1.534 2.118
RTH 1.984 398 1.586
Zorgbudget + RTH 2.073 474 1.599
MFC of PAB 277 110 167
Deel-PVB 4.853 1.649 3.204
Geen van bovenstaande 3.139 1.184 1.955
Totaal 15.978 5.349 10.629

Aan de hand van de gegevens in tabel 3 en 4 stellen we onder andere het volgende vast:

 

Tabel 5: aantal mensen per type handicap dat een van bovenvermelde ondersteuningsvormen krijgt, en/of in een prioriteitengroep staat op 31.12.2019
* Mensen die meerdere handicaps hebben, komen in verschillende categorieën voor.
** Mensen kunnen verschillende ondersteuningsvormen combineren en dus in meerdere kolommen voorkomen. De som van de kolommen is daarom niet gelijk aan totaal aantal.
*** Deze tabel werd gecorrigeerd op 17 september 2020.

  Trap 1 Trap 2 IMB PG Totaal aantal % t.o.v. totaal
Licht verstandelijk 5.302 7.038 1.939 4.125 13.406 13%
Matig verstandelijk 2.670 9.352 2.723 3.382 12.408 12%
Ernstig of diep verstandelijk 582 7.553 4.671 1.345 8.243 8%
Autismespectrumstoornissen 5.453 6.742 2.176 3.129 12.881 12%
Stoornis van specifieke mentale functies 1.770 3.081 3.255 1.450 6.305 6%
Fysieke handicap (motorische en uithoudingstoornis) 6.235 13.941 28.713 6.437 37.436 36%
(Ernstige) gedrags- en emotionele stoornissen 1.746 4.789 990 861 6.810 7%
Psychiatrische aandoeningen 1.024 2.907 1.080 969 4.561 4%
Psychische stoornis niet gespecifieerd 598 1.508 445 515 2.302 2%
Enkel zwak begaafd 106 68 15 43 189 0%
Zintuiglijke handicap (auditief, visueel en spraak) 3.254 5.052 12.731 2.088 16.101 15%
Geen handicapcodes gekend 18.277 794 6.203 514 24.916 24%
Totaal 38.062 35.258 46.767 15.978 104.040 100%

De aard van de handicap in bovenstaande tabel is afgeleid uit de handicapcodes die meestal door een erkend multidisciplinair team vastgesteld zijn.

Uit bovenstaande tabel kunnen we het volgende afleiden:

Conclusie

Iets meer dan 100.000 mensen maken gebruik van handicapspecifieke ondersteuning in de vorm van hulpmiddelen, aanpassingen, een zorgbudget voor mensen met een handicap, rechtstreeks of niet-rechtstreeks toegankelijke hulp. Een aanzienlijk aandeel van die groep combineert ondersteuningsvormen.