Overslaan en naar inhoud gaan

Extra middelen

In 2019 investeerde de Vlaamse Regering meer dan 90 miljoen euro extra in de zorg en ondersteuning voor personen met een handicap.

In de meerjarenbegroting was voor 2019 een extra budget van € 92.500.000 voorzien: € 35.493.200 voor trap 1 en € 57.006.800 voor trap 2. € 2.000.000 van de middelen voorzien voor trap 2 werd in 2018 reeds versneld ingezet. Er restte in 2019 dus € 55.006.800 voor trap 2.

Behalve de bijkomende middelen kwamen er ook middelen vrij doordat cliënten hun ondersteuning of budget stopzetten of doordat ze overleden. Het VAPH heeft ook die middelen opnieuw ingezet om er zorg en ondersteuning voor personen met een handicap mee te financieren.

Inzet middelen trap 1

Van het voor trap 1 voorziene uitbreidingsbeleid werd in 2019:

De resterende middelen (€ 25.389.600) en een bijkomend restbudget van de vorige periode (€ 650.000) werden overgedragen naar trap 2 (totaal over te dragen bedrag van € 26.039.600).

Inzet middelen trap 2

Het voorziene uitbreidingsbeleid in de meerjarenbegroting voor trap 2 bedroeg € 55.006.800. Hiervan werd € 2.265.000 voorzien voor voorafnames voor flankerend beleid (subsidie multidisciplinaire teams, diensten maatschappelijk werk en doventolken).

Voor de verdeling minderjarigen-meerderjarigen werd volgende sleutel gehanteerd: 15%-85%. Aan de middelen uit het uitbreidingsbeleid worden ook steeds middelen die doorheen het jaar vrijkomen door uitstroom toegevoegd.

De beschikbare middelen voor minderjarigen werden doorheen 2019 ingezet voor de toekenning van pesoonlijke-assistentiebudgetten, met uitzondering van een bedrag van € 1.200.000 dat werd voorbehouden om de aanpassingen aan de regelgeving GES+ en de hierbij horende personeelsuitbreiding voor deze settings te kunnen realiseren.

Het totaal beschikbare budget voor het toekennen van nieuwe persoonlijke-assistentiebudgetten in 2019 bedroeg € 13.000.000. Dit bedrag is de optelsom van de middelen uit het uitbreidingsbeleid, de middelen die vrijkomen door stopzetting, overlijden, mensen die combineren met ondersteuning van een multifunctioneel centrum en de overstap naar een persoonsvolgend budget. Van de beschikbare middelen werd € 1.100.000 ingezet voor het toekennen van persoonlijke-assistentiebudgetten in het kader van de spoedprocedure.

De middelen beschikbaar voor meerderjarigen gingen in 2019 naar het ter beschikking stellen van persoonsvolgende budgetten, en dit in de eerste plaats via de automatische-toekenningsgroepen en verder naar de wachtenden in prioriteitengroep 1 en in mindere mate ook prioriteitengroep 2 en 3. Naast de middelen van het uitbreidingsbeleid kwam ook € 39.800.000 vrij door stopzetting en overlijden. Ook die middelen werden ingezet voor het ter beschikking stellen van nieuwe persoonsvolgende budgetten.