Overslaan en naar inhoud gaan

Terbeschikkingstellingen in de automatische-toekenningsgroepen

De meeste terbeschikkingstellingen in de automatische-toekenningsgroepen gingen naar jongvolwassenen die overstapten van ondersteuning door een MFC (zorgcontinuïteit) en naar personen in een noodsituatie.

Procedure Aantal
Tijdelijke noodsituatie 135
Verlenging PVB na nood 120
Definitief PVB na nood 104
Maatschappelijke noodzaak 94
Spoedprocedure 32
PVB na jeugdhulp MFC* 98
PVB na jeugdhulp PAB 58
Definitief PVB na transitie CRZ 58
Procedure 7/7 132
Totaal 831

Tabel: terbeschikkingstellingen in de automatische- toekenningsgroepen in de eerste jaarhelft van 2020.
* Op 1 juli 2020 zijn er boven op de 98 terbeschikkingstellingen 187 budgetten ter beschikking gesteld in kader van de procedure PVB na jeugdhulp MFC.

Er werden 135 tijdelijke budgetten ter beschikking gesteld aan personen in een acute noodsituatie (bijvoorbeeld wanneer het netwerk plots wegvalt). Zij krijgen een tijdelijk budget voor 22 weken. Als er een indicatie is dat er geen oplossing zal zijn voor de noodsituatie na afloop van de 22 weken, dan kan een procedure doorlopen worden om een definitief persoonsvolgend budget aan te vragen. Die aanvraagprocedure moet in principe binnen de 22 weken afgerond worden. Is dat niet haalbaar, dan wordt het tijdelijke budget eenmalig verlengd voor een periode van 12 maanden. Er werden 120 persoonsvolgende budgetten in het kader van zo'n eenmalige verlenging (tijdelijk PVB na nood) ter beschikking gesteld. Het gaat daarbij ook om verlengingen van budgetten van personen aan wie al in de eerste jaarhelft van 2020 een persoonsvolgend budget voor een noodsituatie ter beschikking werd gesteld. Daarnaast werden er in de eerste jaarhelft van 2020 104 budgetten ter beschikking gesteld aan personen die een definitief budget kregen na een noodsituatie. Ook hier kan het gaan om budgetten van personen aan wie al in de eerste jaarhelft van 2020 een tijdelijk persoonsvolgend budget na een noodsituatie werd ter beschikking gesteld.

Het VAPH stelde 94 budgetten ter beschikking aan personen in een situatie van maatschappelijke noodzaak (bijvoorbeeld wanneer er sprake is van misbruik of ernstige verwaarlozing). 

32 personen met een snel degeneratieve aandoening kregen een persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld via de spoedprocedure.

Er werden 98 budgetten ter beschikking gesteld aan jongvolwassenen die ondersteuning kregen vanuit een multifunctioneel centrum (MFC) voor minderjarigen. Zij hebben ook als meerderjarige nood aan VAPH-ondersteuning. Dit is de procedure PVB na jeugdhulp MFC. Wie de toeleidingsprocedure doorlopen heeft vóór 1 juli van het jaar waarin hij 21 jaar wordt, start met zijn PVB na jeugdhulp MFC op 1 juli. De anderen starten aansluitend op het doorlopen van de toeleidingsprocedure. Vandaar dat de meeste persoonsvolgende budgetten na jeugdhulp MFC starten op die datum. In 2020 gaat het om 187 budgetten met een startdatum op 1 juli. Daarnaast zijn er ook jongvolwassenen met een persoonlijke-assistentiebudget (PAB). Zij kunnen via de procedure PVB na jeugdhulp PAB een persoonsvolgend budget krijgen om hun ondersteuning verder te zetten, als ze de aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget opstarten voor hun 22ste verjaardag. In de eerste jaarhelft van 2020 werden 58 budgetten ter beschikking gesteld via deze procedure. 

Voor 58 personen die op basis van de vertaalde vraag op de centrale registratie van zorgvragen (CRZ) een persoonsvolgend budget kregen, werd een geobjectiveerd budget voorzien. Het gaat hier meestal om een verhoging. 

In kader van de procedure 7/7 werden 132 budgetten ter beschikking gesteld. Het gaat om personen die in het oude systeem een goedkeuring hadden voor residentiële, voltijdse zorg maar bijvoorbeeld een à twee dagen thuis werden opgevangen. Zij konden een beroep doen op de procedure 7/7, als het niet langer mogelijk was om thuis opgevangen te worden. Die procedure garandeert in dat geval dat onmiddellijk en voltijds ondersteuning geboden kan worden. Deze procedure werd afgeschaft in het voorjaar van 2020. Vanaf 2021 zullen geen terbeschikkingstellingen meer gegeven worden in het kader van de procedure 7/7. 

Het aantal budgetten is niet gelijk aan het aantal personen dat een budget kreeg. Eén persoon kan opeenvolgend meerdere budgetten gekregen hebben. Zo kan iemand een budget via de procedure noodsituatie gekregen hebben, daarna een budget via verlenging nood en daarna een definitief budget na nood.

De cijfers gaan over terbeschikkingstellingen in de eerste jaarhelft van 2020, ongeacht of de procedure al eerder gestart was.

35% van de personen die een terbeschikkingstelling kregen via een procedure noodsituatie, maatschappelijke noodzaak of spoedprocedure, stonden al in een prioriteitengroep.

Het feit dat een groot deel van de terbeschikkingstellingen via de automatische- toekenningsgroepen ging, wil niet zeggen dat er totaal geen impact is op de personen die wachten op een persoonsvolgend budget in de prioriteitengroepen. 35% van de personen die in de eerste jaarhelft van 2020 een terbeschikkingstelling kregen via een automatische-toekenningsgroep, stonden immers al in een prioriteitengroep. De meesten van hen stonden geregistreerd in prioriteitengroep 3.

  In een prioriteitengroep Niet in een prioriteitengroep Totaal aantal
Aantal in PG 1 Aantal in PG 2 Aantal in PG 3 Totaal aantal Percentage Aantal Percentage
Noodsituatie* 30 29 116 175 49% 184 51% 359
Maatschappelijke noodzaak 12 7 20 39 41% 55 59% 94
Procedure 7/7   1 3 4 3% 128 97% 132
Definitief PVB na transitie CRZ   1 5 6 10% 52 90% 58
Spoedprocedure 1     1 3% 31 97% 32
PVB na jeugdhulp MFC 7 6 32 45 46% 53 54% 98
PVB na jeugdhulp PAB 3 8 13 24 41% 34 59% 58
Totaal 53 52 189 294 35% 537 65% 831

Tabel: aantal personen met een terbeschikkingstelling via een automatische-toekenningsgroep in de eerste jaarhelft van 2020 die al dan niet in een prioriteitengroep stonden op 31.12.2019.
*Som van tijdelijke noodsituatie, verlenging PVB nood en definitief PVB na nood