Overslaan en naar inhoud gaan

Beoordeelde aanvragen door de RPC

De procedure voor het aanvragen van een persoonsvolgend budget impliceert dat alle dossiers beoordeeld worden op prioriteit door de regionale prioriteitencommissie (RPC). Die beoordeling laat toe om alle aanvragen te ordenen in een van de drie prioriteitengroepen en binnen die groepen een chronologische ordening te hanteren.

Uitzondering daarop vormen de aanvragen die verlopen via de zogenaamde automatische-toekenningsprocedures. Voor die aanvragen is geen beoordeling van de prioriteit nodig: die dossiers worden per definitie als dermate urgent beschouwd, dat een onmiddellijke terbeschikkingstelling van een persoonsvolgend budget noodzakelijk wordt geacht. Alleen voor dossiers die ingediend worden via de procedure maatschappelijke noodzaak (MaNo) is een oordeel van de regionale prioriteitencommissie - met name over het al of niet voldoen aan de criteria van maatschappelijke noodzaak - vereist.

In de eerste jaarhelft van 2020 beoordeelde de regionale prioriteitencommissie 1598 aanvragen voor een persoonsvolgend budget:

Onderstaande tabellen tonen het aantal beoordeelde dossiers opgedeeld per procedure, per provincie en per kwartaal. Bij deze cijfers kan opgemerkt worden dat het aantal beoordeelde dossiers in de eerste jaarhelft van 2020 schommelt over de kwartalen heen, maar hierbij is geen duidelijke trend merkbaar. Het hoogste aantal beoordeelde dossiers werd vastgesteld in de provincie Antwerpen. In de overige provincies werden een vergelijkbaar aantal dossiers beoordeeld.

  Volledige procedure Herziening prioriteit Totaal
2020/1 651 109 760
2020/2 697 141 838
2020 1.348 250 1.598

Tabel 1: aantal door de RPC beoordeelde dossiers in de eerste jaarhelft van 2020 per kwartaal

  Volledige procedure Herziening prioriteit Totaal
Antwerpen 364 63 427
Limburg 246 41 287
Oost-Vlaanderen 221 68 289
Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest 297 32 329
West-Vlaanderen 220 46 266
Totaal 1.348 250 1.598

Tabel 2: aantal door de RPC beoordeelde dossiers in de eerste jaarhelft van 2020 per provincie

Resultaat van de beoordeling door de regionale prioriteitencommissie

Van de 1348 PVB-vragen die werden ingediend binnen de volledige aanvraagprocedure, werden de meeste vragen in de eerste jaarhelft van 2020 ingedeeld in prioriteitengroep 2 (PG 2). De verhouding tussen de prioriteitengroepen bleef stabiel doorheen de eerste twee kwartalen.

  MaNo PG 1 PG 2 PG 3 Totaal
2020/1 33 5,1% 165 25,3% 305 46,9% 148 22,7% 651
2020/2 33 4,7% 158 22,7% 321 46,1% 185 26,5% 697
2020 66 4,9% 323 24,0% 626 46,4% 333 24,7% 1.348

Tabel 3: resultaat van de beoordeling bij dossiers met een volledige aanvraagprocedure in de eerste jaarhelft van 2020 per kwartaal

  MaNo PG 1 PG 2 PG 3 Totaal
Antwerpen 10 2,7% 75 20,6% 151 41,5% 128 35,2% 364
Limburg 12 4,9% 35 14,2% 102 41,5% 97 39,4% 246
Oost-Vlaanderen 15 6,8% 77 34,8% 101 45,7% 28 12,7% 221
Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest 13 4,4% 87 29,3% 134 45,1% 63 21,2% 297
West-Vlaanderen 16 7,3% 49 22,3% 138 62,7% 17 7,7% 220
Totaal 66 4,9% 323 24,0% 626 46,4% 333 24,7% 1.348

Tabel 4: resultaat van de beoordeling bij dossiers met een volledige aanvraagprocedure in de eerste jaarhelft van 2020 per provincie

Van de 250 aanvragen tot herziening van de prioriteitengroep, werd het merendeel van de vragen ingedeeld in prioriteitengroep 1 (PG 1) en prioriteitengroep 2 (PG 2). Slechts een beperkt aantal vragen werd door de regionale prioriteitencommissie opnieuw ingedeeld in prioriteitengroep 3 (PG 3).

  MaNo PG 1 PG 2 PG 3 Totaal
2020/1 5 4,6% 49 45,0% 42 38,5% 13 11,9% 109
2020/2 18 12,8% 56 39,7% 55 39,0% 12 8,5% 141
2020 23 9,2% 105 42,0% 97 38,8% 25 10,0% 250

Tabel 5: resultaat van de beoordeling bij dossiers met enkel aanvraag tot herziening prioriteitengroep in de eerste jaarhelft van 2020 per kwartaal

  MaNo PG 1 PG 2 PG 3 Totaal
Antwerpen 0 0,0% 29 46,0% 23 36,5% 11 17,5% 63
Limburg 3 7,3% 11 26,8% 22 53,7% 5 12,2% 41
Oost-Vlaanderen 9 13,2% 37 54,4% 17 25,0% 5 7,4% 68
Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest 4 12,5% 9 28,1% 17 53,1% 2 6,3% 32
West-Vlaanderen 7 15,2% 19 41,3% 18 39,1% 2 4,3% 46
Totaal 23 9,2% 105 42,0% 97 38,8% 25 10,0% 250

Tabel 6: resultaat van de beoordeling bij dossiers met enkel aanvraag tot herziening prioriteitengroep in de eerste jaarhelft van 2020 per provincie

Doorlooptermijnen beoordeling handicap en prioriteit

De gemiddelde doorlooptermijn voor het beoordelen van aanvragen vanaf de datum van ontvangst tot de beoordeling van de prioriteit bedraagt 76 dagen.

  Gemiddelde doorlooptijd volledige aanvraagprocedure in dagen Gemiddelde doorlooptijd herziening prioriteit in dagen Gemiddelde doorlooptijd in dagen
Met PEC Zonder PEC
2020/1 153,9 65,3 58,7 72,8
2020/2 152,9 67,2 54,3 79,0
2020 153,3 66,3 56,2 76,1

Tabel 7: gemiddelde doorlooptijd in de eerste jaarhelft van 2020 voor het beoordelen van aanvragen voor een persoonsvolgend budget, uitgedrukt in dagen, per kwartaal

  Gemiddelde doorlooptijd volledige aanvraagprocedure in dagen Gemiddelde doorlooptijd herziening prioriteit in dagen Gemiddelde doorlooptijd in dagen
Met PEC Zonder PEC
Antwerpen 153,4 70,4 64,5 83,4
Limburg 145,1 75,8 67,1 83,5
Oost-VLaanderen 127,1 58,4 47,4 60,1
Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest 187,5 75,9 62,9 95,8
West-Vlaanderen 85,3 46,9 43,6 49,2
Totaal 153,3 66,3 56,2 76,1

Tabel 8: gemiddelde doorlooptijd in de eerste jaarhelft van 2020 voor het beoordelen van aanvragen voor een persoonsvolgend budget, uitgedrukt in dagen, per provincie

Bij de dossiers die de volledige aanvraagprocedure doorlopen, wordt een onderscheid gemaakt tussen dossiers die in eerste instantie nog beoordeeld moeten worden door de provinciale evaluatiecommissie (PEC) wat betreft erkennen van de handicap (215 dossiers) en dossiers die rechtstreeks kunnen doorstromen naar de regionale prioriteitencommissie (RPC) (1383 dossiers)