Ondersteuningscombinaties
104.300 personen hebben een vorm van VAPH-ondersteuning of een zorgbudget.
Personen met een handicap kunnen gebruik maken van verschillende vormen van ondersteuning. Op deze pagina wordt voor iedere ondersteuningsvorm in kaart gebracht hoeveel personen er gebruik van maken op basis van gegevens van 30 juni 2020. Ook wordt een overzicht gegeven van hoe mensen verschillende ondersteuningsvormen combineren.
Ondersteuningsvormen
In het overzicht wordt zowel ondersteuning voor minderjarigen als voor meerderjarigen weergegeven. Enerzijds komt de laagdrempelige ondersteuning in trap 1 aan bod. Daartoe behoren de rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) en het zorgbudget voor mensen met een handicap. Anderzijds wordt de niet-rechtstreeks toegankelijke hulp in trap 2 in kaart gebracht. Daarbij gaat het om minderjarigen in een multifunctioneel centrum (MFC) of met een persoonlijke-assistentiebudget (PAB), en om meerderjarigen met een persoonsvolgend budget (PVB).
Daarnaast wordt ook het aantal actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen weergegeven (individuele materiële bijstand of IMB). Met 'actieve gebruikers' worden personen bedoeld die een tegemoetkoming voor hulpmiddelen en aanpassingen gekregen hebben in de 10 jaar voor de referentiedatum en die niet overleden zijn voor de referentiedatum.
Tot slot geven we ook mee hoeveel meerderjarigen wachten op een (verhoging van hun) persoonsvolgend budget per prioriteitengroep (PG). Hun vragen worden ingedeeld in een van de drie prioriteitengroepen, waarbij prioriteitengroep 1 de dringendste vragen bevat.
Ondersteuningsvorm | 31.12.2018 | 30.06.2019 | 31.12.2019 | 30.06.2020 |
---|---|---|---|---|
Zorgbudget | 14.674 | 16.141 | 16.060 | 16.662 |
RTH | 26.243 | 27.076 | 27.940 | 27.902 |
MFC | 9.527 | 8.844 | 9.261 | 10.258 |
PAB | 879 | 1.008 | 1.038 | 1.050 |
PVB | 24.677 | 25.030 | 25.299 | 24.824 |
IMB | 46.935 | 49.944 | 46.767 | 46.658 |
PG 1 | 1.257 | 1.538 | 1.829 | 2.014 |
PG 2 | 1.616 | 2.233 | 2.826 | 3.473 |
PG 3 | 12.190 | 11.812 | 11.487 | 11.204 |
Totaal (unieke personen)* | 101.661 | 103.882 | 104.040 | 104.300 |
De cijfers voor RTH en MFC in tabel 1 zijn gebaseerd op de gebruikers van 01.07.2019 tot 30.06.2020. Op andere plaatsen in het halfjaarverslag wordt het aantal gebruikers van RTH en MFC van 01.01.2020 tot 30.06.2020 gegeven. Vandaar dat deze cijfers niet gelijk zijn. Hier opteren we om de gegevens van een volledig jaar te nemen om de vergelijkbaarheid te verhogen met de gegevens van de ondersteuningscombinaties op de voorgaande meetmomenten.
Door correctiefase 2 werden op 1 januari 2020 ongeveer 700 personen geconverteerd naar rechtstreeks toegankelijke hulp. Deze omzetting is de reden voor de daling van het aantal budgethouders PVB tussen 31.12.2019 en 30.06.2020. Daarnaast is ondanks deze omzetting het aantal personen dat tussen 01.07.2019 en 30.06.2020 ondersteund werd door RTH gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor. Deze daling is te wijten aan het feit dat er minder mensen ondersteund werden via RTH door de coronacrisis.
Combinaties van ondersteuningsvormen
Sommige ondersteuningsvormen kunnen gecombineerd worden. Niet alle combinaties zijn echter toegestaan. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal mensen per combinatie van ondersteuningsvormen. In het overzicht wordt de ondersteuning in trap 1 gegroepeerd: rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) en het zorgbudget voor mensen met een handicap. Ook de ondersteuning binnen trap 2 wordt gegroepeerd (zowel voor minderjarigen als meerderjarigen): ondersteuning door een multifunctioneel centrum (MFC), via een persoonlijke-assistentie-budget (PAB) of via een persoonsvolgend budget (PVB). Een persoon kan in onderstaande tabel maar in een van de categorieën van combinaties voorkomen. Het totaal is dus gelijk aan de som van de onderdelen.
Ondersteunings- combinatie | 31.12.2018 | 30.06.2019 | 31.12.2019 | 30.06.2020 | Percentage 30.06.2020 |
---|---|---|---|---|---|
Enkel IMB | 28.162 | 28.005 | 27.581 | 27.353 | 26,2% |
Enkel trap 1 | 25.313 | 26.397 | 26.894 | 26.619 | 25,5% |
Enkel trap 2 | 19.548 | 19.322 | 19.750 | 20.009 | 19,2% |
Trap 2 + IMB | 10.376 | 10.296 | 10.378 | 10.281 | 9,9% |
Trap 1 + PG | 4.838 | 5.170 | 5.303 | 5.577 | 5,3% |
Trap 1 + IMB | 3.383 | 3.451 | 3.459 | 3.460 | 3,3% |
Trap 2 + PG | 3.147 | 3.226 | 3.371 | 3.328 | 3,2% |
Trap 1 + IMB + PG | 2.203 | 2.458 | 2.406 | 2.438 | 2,3% |
enkel PG | 1.879 | 1.823 | 1.955 | 2.109 | 2,0% |
Trap 2 + IMB + PG | 1.621 | 1.659 | 1.759 | 1.802 | 1,7% |
IMB + PG | 1.200 | 1.075 | 1.184 | 1.324 | 1,3% |
Totaal | 101.661 | 102.882 | 104.040 | 104.300 | 100% |
Ondersteuning in trap 1 kan niet gecombineerd worden met ondersteuning in trap 2. Andere combinaties zijn wel toegelaten. Uit de tabel blijkt dat mensen in veel gevallen van de combinatiemogelijkheden gebruik maken. Zo wordt bijvoorbeeld ondersteuning in trap 1 of trap 2 gecombineerd met het gebruik van een hulpmiddel of aanpassing om tot een optimale ondersteuning op maat te komen. Daarnaast zien we ook dat mensen die wachten op een persoonsvolgend budget in een prioriteitengroep in afwachting van de terbeschikkingstelling van hun budget vaak gebruik maken van ondersteuning in trap 1 (via RTH en/of een zorgbudget voor mensen met een handicap), eventueel in combinatie met een hulpmiddel en/of aanpassing.
Mensen die wachten op een (verhoging van hun) persoonsvolgend budget (PVB) in een prioriteitengroep, kunnen gebruik maken van andere ondersteuningsvormen in afwachting van de terbeschikkingstelling van hun persoonsvolgend budget. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de gebruikte ondersteuningsvormen door de wachtenden in de prioriteitengroepen.
PG 1 | PG 2 | PG 3 | Totaal PG | % van totaal aantal wachtenden | |
---|---|---|---|---|---|
Zorgbudget | 185 | 448 | 2.978 | 3.603 | 21,73% |
RTH | 328 | 537 | 1.361 | 2.213 | 13,35% |
Zorgbudget + RTH | 331 | 457 | 1.438 | 2.199 | 13,26% |
MFC of PAB | 117 | 245 | 141 | 498 | 3,00% |
Deel-PVB | 654 | 1.172 | 2.846 | 4.632 | 27,94% |
Geen van bovenstaande | 399 | 614 | 2.440 | 3.433 | 20,71% |
Totaal | 2.014 | 3.473 | 11.204 | 16.578 | 100% |
Er zijn ook 5564 van de 16.578 wachtenden met hulpmiddelen of woningaanpassingen.
- Bijna een derde van de mensen in de prioriteitengroepen vraagt een verhoging van hun persoonsvolgend budget (PVB).
- 35% heeft een zorgbudget voor mensen met een handicap.
- Iets meer dan een vierde wordt ondersteund via rechtstreeks toegankelijke hulp (waarvan ongeveer de helft een zorgbudget heeft).
- Ongeveer een derde van de wachtenden is een actieve gebruiker van een hulpmiddel en/of aanpassing.
- 13% van de mensen in de prioriteitengroepen heeft geen ondersteuning in trap 1, trap 2 of via een hulpmiddel en/of aanpassing.
Conclusie
Iets meer dan 100.000 mensen maken gebruik van handicapspecifieke ondersteuning in de vorm van hulpmiddelen, aanpassingen, een zorgbudget voor mensen met een handicap, rechtstreeks of niet-rechtstreeks toegankelijke hulp. Dit aantal groeit jaar na jaar. Een aanzienlijk aandeel van die groep combineert ondersteuningsvormen.