Overslaan en naar inhoud gaan

Ondersteuningscombinaties

In 2020 hadden 103.640 personen een vorm van VAPH-ondersteuning of een zorgbudget.

Personen met een handicap kunnen gebruik maken van verschillende vormen van ondersteuning. Op deze pagina wordt voor iedere ondersteuningsvorm in kaart gebracht hoeveel personen er gebruik van maken op basis van gegevens van 31 december 2020. Ook wordt een overzicht gegeven van hoe mensen verschillende ondersteuningsvormen combineren.

Ondersteuningsvormen

In het overzicht wordt zowel ondersteuning voor minderjarigen als meerderjarigen weergegeven. Enerzijds komt de laagdrempelige ondersteuning in trap 1 aan bod. Daartoe behoren de rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) en het zorgbudget voor mensen met een handicap. Anderzijds wordt de niet-rechtstreeks toegankelijke hulp in trap 2 in kaart gebracht. Daarbij gaat het om minderjarigen in een multifunctioneel centrum (MFC) of met een persoonlijke-assistentiebudget (PAB), en om meerderjarigen met een persoonsvolgend budget (PVB).

Binnen de rechtstreeks toegankelijke hulp wordt vanaf 2020 een apart cijfer weergegeven voor globale individuele ondersteuning (GIO), een specifieke ondersteuning voor jonge kinderen en hun context. 

Daarnaast wordt ook het aantal actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen weergegeven (individuele materiële bijstand of IMB). Met 'actieve gebruikers' worden personen bedoeld die een tegemoetkoming voor hulpmiddelen en aanpassingen gekregen hebben in de 10 jaar voor de referentiedatum en die niet overleden zijn voor de referentiedatum.

Tot slot geven we ook mee hoeveel meerderjarigen wachten op een (verhoging van hun) persoonsvolgend budget per prioriteitengroep (PG). Hun vragen worden ingedeeld in een van de drie prioriteitengroepen, waarbij prioriteitengroep 1 de dringendste vragen bevat.

Tabel 1: evolutie in aantal personen per ondersteuningsvorm.

* Het totaal is niet gelijk aan de som van de categorieën, omdat een persoon in meerdere categorieën kan voorkomen.

Ondersteuningsvorm 31.12.2018 31.12.2019 31.12.2020
Zorgbudget 14.674 16.060 16.508
RTH 26.243 27.940 27.592
GIO     801
RTH & GIO 26.243 27.940 27.757
MFC 9.527 9.261 8.642
PAB 879 1.038 1.129
PVB 24.677 25.299 25.399
IMB 46.935 46.767 46.310
PG 1 1.257 1.829 1.802
PG 2 1.616 2.826 3.777
PG 3 12.190 11.487 11.044
Totaal (unieke personen)* 101.661 104.040 103.640

Opvallend voor 2020 is dat het aantal gebruikers in een aantal categorieën daalt. Dit geldt zowel voor rechtstreeks toegankelijke hulp, multifunctionele centra als individuele materiële bijstand. Ook zien we dat het aantal wachtenden in prioriteitengroep 1 en prioriteitengroep 3 gedaald is. We vermoeden dat een deel van deze daling verklaard wordt door de coronacrisis. De daling bij het aantal gebruikers in multifunctionele centra dateert echter al van vroeger. De overdracht van een aantal MFC-plaatsen naar het agentschap Opgroeien is hier wellicht een ander deel van de verklaring. 

Ook de daling van het aantal wachtenden in prioriteitengroep 3 heeft zich al eerder ingezet. Die wordt voornamelijk veroorzaakt door vragen tot herprioritering, waardoor deze mensen in prioriteitengroep 1 of prioriteitengroep 2 terechtkomen. 

Combinaties van ondersteuningsvormen

Sommige ondersteuningsvormen kunnen gecombineerd worden. Niet alle combinaties zijn echter toegestaan. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal mensen per combinatie van ondersteuningsvormen. In het overzicht wordt de ondersteuning in trap 1 gegroepeerd: rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) en het zorgbudget voor mensen met een handicap. Ook de ondersteuning binnen trap 2 wordt gegroepeerd (zowel voor minderjarigen als meerderjarigen): ondersteuning door een multifunctioneel centrum (MFC), via een persoonlijke-assistentiebudget (PAB) of via een persoonsvolgend budget (PVB). Een persoon kan in onderstaande tabel maar in een van de categorieën van combinaties voorkomen. Het totaal is dus gelijk aan de som van de onderdelen. 

Tabel 2: evolutie in ondersteuningscombinaties
Ondersteuningscombinatie 31.12.2018 31.12.2019 31.12.2020 Percentage 31.12.2020
Enkel IMB 28.162 27.581 27.035 26,09%
Enkel trap 1 25.313 26.894 26.911 25,97%
Enkel trap 2 19.548 19.750 19.294 18,62%
Trap 2 + IMB 10.376 10.378 10.384 10,02%
Trap 1 + PG 4.838 5.303 5.544 5,35%
Trap 1 + IMB 3.383 3.459 3.492 3,37%
Trap 2 + PG 3.147 3.371 3.322 3,21%
Trap 1 + IMB + PG 2.203 2.406 2.280 2,20%
enkel PG 1.879 1.955 2.259 2,18%
Trap 2 + IMB + PG 1.621 1.759 1.761 1,70%
IMB + PG 1.200 1.184 1.358 1,31%
Totaal 101.661 104.040 103.640 100%

Ondersteuning in trap 1 kan niet gecombineerd worden met ondersteuning in trap 2. Andere combinaties zijn wel toegelaten. Uit de tabel blijkt dat mensen in veel gevallen van de combinatiemogelijkheden gebruik maken. Zo wordt bijvoorbeeld ondersteuning in trap 1 of trap 2 gecombineerd met het gebruik van een hulpmiddel of aanpassing om tot een optimale ondersteuning op maat te komen. Daarnaast zien we ook dat mensen die wachten op een persoonsvolgend budget in een prioriteitengroep in afwachting van de terbeschikkingstelling van hun budget vaak gebruik maken van ondersteuning in trap 1 (via rechtstreeks toegankelijke hulp  en/of een zorgbudget voor mensen met een handicap), eventueel in combinatie met een hulpmiddel en/of aanpassing. 

grafische voorstelling van de verschillende ondersteuningsvormen en de combinaties 2020

Grafiek: grafische voorstelling van de verschillende ondersteuningsvormen en de combinaties in 2020

Mensen die wachten op een (verhoging van hun) persoonsvolgend budget (PVB) in een prioriteitengroep, kunnen gebruik maken van andere ondersteuningsvormen in afwachting van de terbeschikkingstelling van hun persoonsvolgend budget. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de gebruikte ondersteuningsvormen door de wachtenden in de prioriteitengroepen.

Tabel 3: overzicht wachtenden in de prioriteitengroepen: welke VAPH-ondersteuning krijgen ze al?
Ondersteuning van personen in de PG  PG1 PG2 PG3 PG Percentage van totaal aantal wachtenden
Zorgbudget + RTH/GIO 266 457 1.375 2.076 12,56%
Zorgbudget 151 446 2.920 3.509 21,24%
RTH/GIO 334 595 1.326 2.239 13,55%
MFC of PAB 50 114 75 238 1,44%
Deel-PVB 618 1.418 2.847 4.845 29,32%
Geen van bovenstaande 383 747 2.501 3.617 21,89%
Totaal  1.802 3.777 11.044 16.524 100,00%

 

Tabel 4: overzicht wachtenden in de prioriteitengroepen: ondersteuningscombinaties opgesplitst naar al of niet gebruik van hulpmiddelen en woonaanpassingen (IMB)
Ondersteuning van personen in de PG  PG Met IMB Zonder IMB
Zorgbudget + RTH/GIO 2.076 444 1.632
Zorgbudget 3.509 1.391 2.118
RTH/GIO 2.239 445 1.794
MFC of PAB 238 102 136
Deel-PVB 4.845 1.659 3.186
Geen van bovenstaande 3.617 1.358 2.259
Totaal 16.524 5.399 11.125

Aan de hand van de gegevens in tabel 3 en 4 stellen we onder andere het volgende vast:

Tabel 5: aantal mensen per type handicap dat een van bovenvermelde ondersteuningsvormen krijgt, en/of in een prioriteitengroep staat op 31.12.2020
* Mensen die meerdere handicaps hebben, komen in verschillende categorieën voor.
** Mensen kunnen verschillende ondersteuningsvormen combineren en dus in meerdere kolommen voorkomen. De som van de kolommen is daarom niet gelijk aan totaal aantal.

  Trap 1 Trap 2 IMB PG totaal
Licht verstandelijk 5.472 6.939 1920 4.109 13.563
Matig verstandelijk 2.744 9.253 2696 3.275 12.398
Ernstig of diep verstandelijk 579 7.428 4601 1.233 8.129
Autismespectrumstoornissen 5.417 6.835 2202 3.314 13.073
Stoornis van specifieke mentale functies 1.811 3.004 3238 1.282 6.316
Fysieke handicap (motorische en uithoudingstoornis) 6.118 13.845 28236 4.901 37.000
(Ernstige) gedrags- en emotionele stoornissen 1.766 4.414 995 884 6.471
Psychiatrische aandoeningen 1.047 2.775 1028 918 4.431
Psychische stoornis niet gespecifieerd 612 1.447 412 496 2.241
Enkel zwakbegaafd 102 63 16 40 184
Zintuiglijke handicap (auditief, visueel en spraak) 3.253 5.024 12735 1.440 16.158
Geen HC 18.406 843 6127 504 24.913
Totaal 38.227 34.761 46310 14.244 103.640

De aard van de handicap in bovenstaande tabel is afgeleid uit de handicapcodes die meestal door een erkend multidisciplinair team vastgesteld zijn.

Uit bovenstaande tabel kunnen we het volgende afleiden:

Deze verhoudingen zijn stabiel ten opzichte van de vorige jaren.

Regionale cijfers 

Op basis van deze ondersteuningscombinatie zijn per regio een aantal cijfergegevens beschikbaar. Het gaat om  cijfers over de leeftijd, doelgroep, gevraagde ondersteuningsfunctie van de mensen in de prioriteitengroepen en het aantal terbeschikkingstellingen per regio, het aantal bij het VAPH-gekende personen per gemeente ... U vindt de cijfers in het bestand Jaarverslag 2020 - Rapportering op regionaal niveau.

Conclusie

Iets meer dan 100.000 mensen maken gebruik van handicapspecifieke ondersteuning in de vorm van hulpmiddelen, aanpassingen, een zorgbudget voor mensen met een handicap, rechtstreeks of niet-rechtstreeks toegankelijke hulp. Een aanzienlijk aandeel van die groep combineert ondersteuningsvormen.