Ingediende en beoordeelde ondersteuningsplannen
Bij ongeveer 85% van de ingediende ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget werd in de eerste helft van 2021 ondersteuning geboden door een medewerker van een dienst ondersteuningsplan of dienst maatschappelijk werk van een ziekenfonds, ondanks de coronamaatregelen.
In de eerste helft van 2021 werden 1614 ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget (OP PVB) ingediend:
- 21,4% werd ingediend door een dienst ondersteuningsplan (DOP).
- 63,5% werd ingediend door of met hulp van een dienst maatschappelijk werk (DMW) van een ziekenfonds.
- 9,8% werd ingediend met andere hulp (bijvoorbeeld hulp van een gebruikersorganisatie of iemand uit het netwerk).
- 5,3% werd ingediend zonder enige hulp.
De versoepelingen van de COVID 19-maatregelen zorgden voor een lichte stijging van het aantal ingediende ondersteuningsplannen in het tweede kwartaal ten opzichte van het eerste kwartaal in 2021.
Periode | Ingediend door DOP |
Ingediend door DMW |
Ingediend door persoon met een handicap |
Totaal | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Met andere hulp | Zonder hulp | ||||||||
2021 | 346 | 21,4% | 1.025 | 63,5% | 158 | 9,8% | 85 | 5,3% | 1.614 |
2021/1 | 177 | 23,1% | 473 | 61,7% | 71 | 9,2% | 46 | 6,0% | 767 |
2021/2 | 169 | 19,9% | 552 | 65,2% | 87 | 10,3% | 39 | 4,6% | 847 |
Bij het beoordelen van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget screent het VAPH eerst of er voldaan werd aan de leeftijds- en verblijfsvoorwaarden om een aanvraag in te dienen. Ook wordt gekeken of alle noodzakelijk vonnissen of volmachten werden toegevoegd. Indien nodig wordt extra informatie opgevraagd. Daarna wordt gecontroleerd of het ingestuurde plan volledig en correct ingevuld is. Alle vragen in het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een antwoord en er wordt een mathematische controle uitgevoerd op basis van de vraag naar zorg en ondersteuning. In een deel van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget bleken een of meerdere tekstvelden niet ingevuld te zijn. Bij een aantal ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget oversteeg de vraag naar zorg en ondersteuning (ondersteuningsfuncties en -frequenties) het maximum of was de combinatie van de gevraagde zorg en ondersteuning niet mogelijk. Een vraag naar oproepbare permanentie werd bijvoorbeeld vaak gecombineerd met een vraag naar maximale dag- en woonondersteuning. Bij een klein aantal ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget ontbrak een geldige handtekening.
Vervolgens wordt het proces van vraagverheldering beoordeeld op basis van de beschrijving ervan in deel 4 van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget, met uitzondering van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget die door een dienst ondersteuningsplan of door een dienst maatschappelijk werk van een ziekenfonds worden ingediend.
Indien nodig wordt het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget ter correctie teruggestuurd. Er wordt daarbij voldoende uitgelegd welke informatie ontbreekt, zodat de cliënt zijn ondersteuningsplan persoonsvolgend budget goed kan aanvullen.
Goedgekeurd zonder correctie | Goedgekeurd na correctie | Totaal goedgekeurd | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal | Percentage | Aantal | Percentage | Aantal | Percentage | |
2021/1 | 1.399 | 90.0% | 155 | 10.0% | 1.554 | 100% |
In totaal werden 1.554 ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget goedgekeurd in de eerste helft van 2021, waarvan 10% goedgekeurd werd nadat een correctie werd opgevraagd. Het indienjaar van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget was niet relevant voor deze tabel.
In de eerste helft van 2021 was slechts in 4 dossiers een verplichte doorverwijzing naar een dienst ondersteuningsplan of een dienst maatschappelijk werk van een ziekenfonds noodzakelijk.
Jaar | Doorlooptijd |
---|---|
2016 | 54,4 |
2017 | 26,9 |
2018 | 25,7 |
2019 | 16,5 |
2020 | 14,1 |
2021/1 | 9,5 |
De doorlooptermijn van de indiening van een ondersteuningsplan persoonsvolgend budget tot en met de goedkeuring ervan bedroeg in de eerste helft van 2021 gemiddeld 9,5 dagen. Het gaat daarbij om het gemiddeld aantal dagen tussen het ontvangen van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget en het versturen van de goedkeuring van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget, inclusief het wachten op opgevraagde informatie. Dat is opnieuw een daling ten opzichte van de voorgaande jaren. Als er geen gecorrigeerd ondersteuningsplan persoonsvolgend budget moest worden opgevraagd, bedroeg de gemiddelde doorlooptermijn in de eerste helft van 2021 6,5 dagen. Dat is een opnieuw een vermindering van 0,5 dagen ten opzichte van de doorlooptermijn in 2020.