Extra middelen
Het zorginvesteringsplan zorgt voor perspectief voor alle mensen in prioriteitengroep 1.
In de meerjarenbegroting die opgemaakt werd bij de start van de nieuwe Vlaamse Regering in 2019, werd een extra recurrent budget van 270 miljoen euro voorzien in de periode 2020-2024. In 2020 werd al 40 miljoen euro extra geïnvesteerd. De overige 230 miljoen euro is door de Vlaamse Regering beschikbaar gemaakt vanaf 2021. Met de inzet van die middelen wil de Vlaamse Regering perspectief bieden aan personen met een handicap met de meest dringende vragen. Daartoe werd het zorginvesteringsplan goedgekeurd.
Boven op de middelen uit het uitbreidingsbeleid voorziet het Vlaamse Intersectoraal Akkoord 6 (VIA 6) 19,6 miljoen euro extra middelen voor de uitbreiding van de rechtstreeks toegankelijke hulpverlening.
Van de uitbreidingsmiddelen zal de komende jaren 2 miljoen euro gebruikt worden om de groeiende noden aan hulpmiddelen en woningaanpassingen op te vangen. Nog eens 1 miljoen euro wordt voorzien voor bijkomende leden en betere vergoeding van de bijstandsorganisaties.
Daarnaast wordt een budget van 15 miljoen euro voorbehouden voor de bijkomende kosten die gepaard zullen gaan met de inkanteling van de internaten met permanente openstelling en de medisch pedagogische instituten van het gemeenschapsonderwijs in het beleidsdomein Welzijn.
Van de overige middelen gaat 15 % naar ondersteuning voor minderjarigen en 85 % naar ondersteuning voor meerderjarigen.
De middelen voor minderjarigen worden voornamelijk ingezet om bijkomende persoonlijke-assistentiebudgetten en persoonsvolgende convenants toe te kennen.
Het budget voor meerderjarigen wordt ingezet voor bijkomende persoonsvolgende budgetten. Samen met de middelen die vrijkomen door uitstroom, zorgen die uitbreidingsmiddelen ervoor dat we steeds onmiddellijk een persoonsvolgend budget kunnen ter beschikking stellen voor wie voldoet aan de criteria voor automatische toekenning. Ook zullen alle mensen in prioriteitengroep 1 met een prioriteringsdatum in 2020 of vroeger hun persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld krijgen. Ook de komende jaren streven we ernaar om de wachttijd in prioriteitengroep 1 te beperken tot maximaal 18 maanden.