================================================================================ HET VAPH IN CIJFERS 2021 ================================================================================ HET VAPH BLIKT TERUG OP 2021 ================================================================================ 2021 zullen de directie en medewerkers zich herinneren als een jaar waarin opnieuw geprobeerd werd om de gevolgen van de coronacrisis te beheersen. De crisis bleef een stempel drukken op iedereen. Het VAPH haalde dankzij teamwerk alles uit de kast om de crisis ook in 2021 aan te pakken. In 2021 stonden ook nog andere thema's centraal. De Vlaamse Regering keurde het Zorginvesteringsplan goed. Daardoor werd de wachttijd voor personen met een handicap met de zwaarste zorgnoden aanzienlijk verkort en kon aan meer mensen een persoonsvolgend budget worden toegekend. Ook in de zorg voor minderjarigen is extra geïnvesteerd. Daarover en meer leest u in 'Het verhaal van het VAPH'. U vindt in het jaarverslag ook een uitgebreid overzicht van cijfers. Op die manier geven we u inzichten in de evoluties binnen onze sector en onze eigen werking en dienstverlening: tegemoetkomingen voor hulpmiddelen en aanpassingen, de persoonlijke budgetten, rechtstreeks toegankelijke hulp, informatie over organisaties enzovoort. James Van Casteren, administrateur-generaal van het VAPH, en voormalig Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding Wouter Beke, gaven op 15 maart 2022 een stand van zaken over PVF en het zorginvesteringsplan in de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Met dat plan investeert Vlaanderen deze legislatuur 1,6 miljard euro om perspectief te bieden aan personen met een handicap met de meest dringende zorgvragen. Het doel is om iedereen in prioriteitengroep 1 deze legislatuur binnen de 18 maanden een persoonsvolgend budget ter beschikking te stellen. Bekijk de toelichting bij de commissie van 15 maart 2022 (http://www.vaph.be/nieuws/toelichting-commissie-welzijn-stand-van-zaken-uitvoering-zorginvesteringsplan). Het VAPH maakte ook een financieel verslag voor het jaar 2021 (https://extranet.vaph.be/jaarverslag/2021//media/files/vaph-financieel-jaarverslag-2021.pdf). Tot slot wijzen we u graag nog op het adviserend werk dat het raadgevend comité van het VAPH in 2021 heeft afgeleverd. (https://www.vaph.be/documenten/activiteitenverslag-raadgevend-comit%C3%A9-vaph-2021) 4.026 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld 27.266 budgethouders PVB 45.836 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen 15.957 (gecorrigeerd op 26.07.2022) vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen 1.522 budgethouders PAB 85 erkende multifunctionele centra 254 vergunde zorgaanbieders 207 aanbieders van RTH 102.438 personen met vaph-ondersteuning en/of zorgbudget PERSOONLIJKE BUDGETTEN ================================================================================ Het VAPH biedt budgetten op maat om niet-rechtstreeks toegankelijke ondersteuning te organiseren en te betalen: * Met het persoonsvolgend budget (PVB) kan een meerderjarige persoon met een handicap zorg en ondersteuning inkopen binnen zijn eigen netwerk, bij vrijwilligers, individuele begeleiders, professionele zorgverleners en bij door het VAPH vergunde zorgaanbieders. * Een persoonlijke-assistentiebudget (PAB) is een budget dat het VAPH geeft om de assistentie voor een kind met een handicap thuis of op school te organiseren en te financieren. Het zorgbudget voor mensen met een handicap (voorheen basisondersteuningsbudget) van de Vlaamse sociale bescherming is bedoeld voor personen met een erkende handicap en een beperkte ondersteuningsnood. Het zorgbudget is een vast bedrag van 300 euro per maand dat uitbetaald wordt door de zorgkassen. De cijfers over het zorgbudget voor mensen met een handicap (basisondersteuningsbudget) zijn terug te vinden op de website van de Vlaamse sociale bescherming (https://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers). PERSOONSVOLGEND BUDGET ================================================================================ 4.026 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld 15.957 (gecorrigeerd op 26.07.2022) vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen 3097 ondersteuningsplannen ingediend en beoordeeld 27.266 budgethouders PVB TER BESCHIKKING GESTELDE PERSOONSVOLGENDE BUDGETTEN ================================================================================ 4.026 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld In 2021 werden in totaal 4026 persoonsvolgende budgetten ter beschikking gesteld. 1583 van die budgetten werden ter beschikking gesteld via de automatische-toekenningsgroepen. 2215 budgetten werden ter beschikking gesteld via de prioriteitengroepen. Dat is een heel groot aantal en komt door de grote terbeschikkingstellingsronde die er in de zomer van 2021 geweest is. Die terbeschikkingstellingsronde kwam er naar aanleiding van de beslissingen uit het zorginvesteringsplan in het kader van de vervroegde inzet voor de meest dringende dossiers. Daarnaast kregen ook 228 personen een bijsturing van hun persoonsvolgend budget in het kader van correctiefase 2. Bij de automatische-toekenningsgroepen gaat het om personen die onmiddellijk nood hebben aan ondersteuning. Die personen bevinden zich in een situatie waarin het maatschappelijk verantwoord is om hen onmiddellijk een budget ter beschikking te stellen. Zij doorlopen niet de gewone aanvraagprocedure en krijgen automatisch een budget. Zo bieden we zorggarantie voor personen met de grootste ondersteuningsnood. Personen die niet in aanmerking komen voor de procedure voor automatische toekenning, doorlopen de gewone aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget. Hun vragen worden ingedeeld in een van de drie prioriteitengroepen. In de prioriteitengroepen geldt een wachttijd. In 2021 werden 4026 persoonsvolgende budgetten aan 3717 unieke personen ter beschikking gesteld. Ongeveer 56 % van de personen die een terbeschikkingstelling kregen, zijn nieuwe budgethouders. 44% had al een persoonsvolgend budget. Een persoon kan namelijk in de loop van de tijd meerdere keren een budget ter beschikking gesteld krijgen. In de meeste gevallen gaat het dan om een verhoging van het eerder ter beschikking gestelde budget of om de vervanging van een tijdelijk budget door een definitieve terbeschikkingstelling. TERBESCHIKKINGSTELLINGEN PER REDEN ================================================================================ Quote: "De meeste terbeschikkingstellingen in de automatische-toekenningsgroepen gingen naar naar personen in een noodsituatie." [Tabel: aantal unieke personen die een terbeschikkingstelling kregen in 2021, opgesplitst naar reden van terbeschikkingstelling: de automatische-toekenningsgroepen en prioriteitengroepen.][niet opgenomen] In 2021 kregen 3717 personen een of meer terbeschikkingstellingen. Voor 2215 van hen of ongeveer een kwart was dat een terbeschikkingstelling via een prioriteitengroep. Bijzowel de automatische-toekenningsgroepen als bij de prioriteitengroepen kan het voorkomen dat eenzelfde persoon meerdere terbeschikkingstellingen krijgt in de loop van hetzelfde jaar. Daarom is de som van het aantal unieke personen per rij hoger dan het weergegeven totaal en de som van de percentages hoger dan 100 %. De cijfers gaan over terbeschikkingstellingen in 2021, ongeacht of de procedure al eerder gestart was. Er werden 287 tijdelijke budgetten ter beschikking gesteld aan personen in een acute noodsituatie (bijvoorbeeld wanneer het netwerk plots wegvalt). Zij krijgen een tijdelijk budget voor 22 weken. Als er een indicatie is dat er geen oplossing zal zijn voor de noodsituatie na afloop van de 22 weken, dan kan een procedure doorlopen worden om een definitief persoonsvolgend budget aan te vragen. Die aanvraagprocedure moet in principe binnen de 22 weken afgerond worden. Is dat niet haalbaar, dan wordt het tijdelijke budget eenmalig verlengd voor een periode van 12 maanden. Er werden 262 persoonsvolgende budgetten in het kader van zo'n verlenging (tijdelijk PVB na nood) ter beschikking gesteld. Daarnaast werden er in 2021 260 budgetten ter beschikking gesteld aan personen die een definitief budget kregen na een noodsituatie. Het VAPH stelde 189 budgetten ter beschikking aan personen in een situatie van maatschappelijke noodzaak in 2021 (bijvoorbeeld wanneer er sprake is van misbruik of ernstige verwaarlozing). 83 personen met een snel degeneratieve aandoening kregen een persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld via de spoedprocedure. Er werden 385 budgetten ter beschikking gesteld aan jongvolwassenen die ondersteuning kregen vanuit een multifunctioneel centrum (MFC) voor minderjarigen. Zij hebben ook als meerderjarige nood aan VAPH-ondersteuning. Als zij aan de nodige voorwaarden voldoen, komen zij in aanmerking voor een automatische terbeschikkingstelling van een persoonsvolgend budget na jeugdhulp dat berekend werd op basis van de ondersteuning die zij kregen vanuit het MFC. Daarnaast zijn er ook jongvolwassenen met een persoonlijke-assistentiebudget (PAB). Zij kunnen na het doorlopen van de procedure PVB in aanmerking komen voor een automatische terbeschikkingstelling van een persoonsvolgend budget na jeugdhulp dat berekend werd op basis van hun PAB. In 2021 werden 116 budgetten ter beschikking gesteld via die procedure. EEN DERDE VAN DE PERSONEN DIE EEN TERBESCHIKKINGSTELLING KREGEN VIA EEN PROCEDURE NOODSITUATIE, MAATSCHAPPELIJKE NOODZAAK OF SPOEDPROCEDURE, STONDEN AL IN EEN PRIORITEITENGROEP -------------------------------------------------------------------------------- Het feit dat een groot deel van de terbeschikkingstellingen via de automatische- toekenningsgroepen ging, wil niet zeggen dat er totaal geen impact is voor de personen die wachten op een persoonsvolgend budget in de prioriteitengroepen. 31% van de personen die in 2021 een terbeschikkingstelling kregen via de procedure noodsituatie, maatschappelijke noodzaak of spoedprocedure, stonden immers al in een prioriteitengroep. De meesten van hen stonden geregistreerd in prioriteitengroep 3. [Tabel: aantal personen met een terbeschikkingstelling via een automatische-toekenningsgroep in 2021 die al dan niet in een prioriteitengroep stonden op 31.12.2020][niet opgenomen] VRAGEN GEREGISTREERD IN DE PRIORITEITENGROEPEN ================================================================================ 15.957 vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen Quote: "15.918 personen wachten op (meer) ondersteuning." Op 31 december 2021 zijn 15.918 personen met in totaal 15.957 (dit gegeven werd gecorrigeerd op 26.07.2022) vragen geregistreerd in de prioriteitengroepen (eenzelfde persoon kan in twee prioriteitengroepen voorkomen met een hoofd- en een deelvraag naar ondersteuning): * 328 vragen in prioriteitengroep 1 * 5034 vragen in prioriteitengroep 2 * 10.595 (dit gegeven werd gecorrigeerd op 26.07.2022) vragen in prioriteitengroep 3 Binnen elke prioriteitengroep worden vragen gerangschikt volgens de prioriteringsdatum. Dat is de datum waarop een persoonsvolgend budget werd aangevraagd of herzien. De prioriteringsdatum wordt altijd vermeld in de beslissingsbrief van het VAPH. De eerstvolgende wachtende in elke prioriteitengroep heeft volgende prioriteringsdatum: * prioriteitengroep 1: 01.01.2021 * prioriteitengroep 2: 01.10.2016 * prioriteitengroep 3: 16.01.2002 Eind juni 2021 werd door de Vlaamse Regering het zorginvesteringsplan goedgekeurd. Daarin werd vastgelegd dat alle personen in prioriteitengroep 1 met een vraag van 2020 of eerder, een terbeschikkingstelling zullen krijgen in 2021. Op die manier wordt perspectief geboden aan de mensen met de meest dringende ondersteuningsvragen. AANVRAGEN EN BEOORDELINGEN ================================================================================ 3.097 ondersteunings-plannen ingediend en beoordeeld 3.011 multidisciplinaire verslagen ingediend 3.038 vragen beoordeeld door de VTC Een persoonsvolgend budget moet aangevraagd worden via een ondersteuningsplan persoonsvolgend budget en een multidisciplinair verslag. Dat verslag bevat informatie die nodig is om de handicap, de zorgzwaarte en de dringendheid van de vraag te kunnen beoordelen. De Vlaamse toeleidingscommissie (VTC) beoordeelt vragen naar een persoonsvolgend budget. Het VAPH beslist of een persoonsvolgend budget kan toegewezen worden en neemt, op basis van informatie over de vraag en over de zorgzwaarte, een beslissing over de hoogte van het budget en de prioriteitengroep waarin de vraag ondergebracht kan worden. INGEDIENDE EN BEOORDEELDE ONDERSTEUNINGSPLANNEN ================================================================================ Quote: "Bij ongeveer 85% van de ingediende ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget werd in de eerste helft van 2021 ondersteuning geboden door een medewerker van een dienst ondersteuningsplan of dienst maatschappelijk werk van een ziekenfonds, ondanks de coronamaatregelen." [Grafiek: ingediende en beoordeelde ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget met of zonder hulp in 2021][niet opgenomen] In 2021 werden 3097 ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget (OP PVB) ingediend: * 22,6 % werd ingediend door een dienst ondersteuningsplan (DOP). * 63,7 % werd ingediend door of met hulp van een dienst maatschappelijk werk (DMW) van een ziekenfonds. * 9,1 % werd ingediend met andere hulp (bijvoorbeeld hulp van een gebruikersorganisatie of iemand uit het netwerk). * 4,6 % werd ingediend zonder enige hulp. [Tabel: aantal ingediende ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget in 2021 met onderverdeling per kwartaal][niet opgenomen] Bij het beoordelen van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget screent het VAPH eerst of er voldaan werd aan de leeftijds- en verblijfsvoorwaarden om een aanvraag in te dienen. Ook wordt gekeken of alle noodzakelijk vonnissen of volmachten werden toegevoegd. Indien nodig wordt extra informatie opgevraagd. Daarna wordt gecontroleerd of het ingestuurde plan volledig en correct ingevuld is. Alle vragen in het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een antwoord en er wordt een mathematische controle uitgevoerd op basis van de vraag naar zorg en ondersteuning. In een deel van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget bleken een of meerdere tekstvelden niet ingevuld te zijn. Bij verschillende ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget oversteeg de vraag naar zorg en ondersteuning (ondersteuningsfuncties en -frequenties) het maximum of was de combinatie van de gevraagde zorg en ondersteuning niet mogelijk. Bij een aantal ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget ontbrak een geldige handtekening. Vervolgens wordt het proces van vraagverheldering beoordeeld op basis van de beschrijving ervan in deel 4 van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget, met uitzondering van de ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget die door een dienst ondersteuningsplan of door een dienst maatschappelijk werk van een ziekenfonds worden ingediend. Indien nodig wordt het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget ter correctie teruggestuurd. Er wordt daarbij voldoende uitgelegd welke informatie ontbreekt, zodat de cliënt zijn ondersteuningsplan persoonsvolgend budget goed kan aanvullen. [Tabel: aantal goedgekeurde ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget in 2021: met of zonder correctie][niet opgenomen] In totaal werden 2880 ondersteuningsplannen persoonsvolgend budget goedgekeurd in 2021, waarvan 10 % goedgekeurd werd nadat een correctie werd opgevraagd. Het indienjaar van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget was niet relevant voor deze tabel. In 2021 was slechts in 7 dossiers een verplichte doorverwijzing naar een dienst ondersteuningsplan of een dienst maatschappelijk werk van een ziekenfonds noodzakelijk. [Tabel: gemiddelde doorlooptijd tussen indiening en goedkeuring van ondersteuningsplannen PVB bij het VAPH, in dagen][niet opgenomen] De doorlooptermijn van de indiening van een ondersteuningsplan persoonsvolgend budget tot en met de goedkeuring ervan bedroeg in 2021 gemiddeld 9,7 dagen. Dat is opnieuw een vermindering van 4,4 dagen ten opzichte van de doorlooptermijn in 2020. Het gaat daarbij om het gemiddeld aantal dagen tussen het ontvangen van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget en het versturen van de goedkeuring van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget, inclusief het wachten op opgevraagde informatie. Als er geen gecorrigeerd ondersteuningsplan persoonsvolgend budget moest worden opgevraagd, bedroeg de gemiddelde doorlooptermijn in 2021 6 dagen. INGEDIENDE MULTIDISCIPLINAIRE VERSLAGEN ================================================================================ Voor 3011 dossiers werd een multidisciplinair verslag ingediend. Het multidisciplinair verslag is modulair opgebouwd en bestaat uit de volgende drie modules: * module 'objectivering handicap': objectivering van de aanwezige stoornissen en bijhorende beperkingen en participatieproblemen * module 'objectivering ondersteuningsnood': objectivering van het zorgzwaarteprofiel van de persoon, vastgesteld op basis van een zorgzwaarte-instrument * module 'objectivering dringendheid': objectivering van de dringendheid van de vraag op basis van de onhoudbaarheid van de situatie Onderstaande tabel toont het aantal ingediende modules in 2021, opgedeeld per type module en per kwartaal. [Tabel niet opgenomen] Het aantal ingediende modules 'objectivering handicap' ligt lager dan de andere modules, omdat die module enkel wordt ingediend voor personen die nog niet eerder erkend werden als persoon met een handicap door het VAPH of voor personen bij wie er sinds hun erkenning een bijkomende handicap werd vastgesteld. De ingediende multidisciplinaire verslagen worden voorgelegd aan de Vlaamse toeleidingscommissie (VTC), die oordeelt over de erkenning van de handicap en de toekenning van een prioriteitengroep. De VTC oordeelt niet over de budgetcategorie, die wordt automatisch bepaald op basis van een combinatie van de gevraagde ondersteuningsfuncties en -frequenties (bepaald op basis van de ondersteuningsvraag in het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget) en het zorgzwaarteprofiel (bepaald op basis van de objectivering van de ondersteuningsnood). Onderstaande tabellen tonen de toegewezen budgetcategorieën van de dossiers waarvoor in 2021 een module 'objectivering ondersteuningsnood' werd ingediend. [Tabel niet opgenomen] [Tabel niet opgenomen] BEOORDEELDE AANVRAGEN DOOR DE VTC ================================================================================ In de aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget beslist de Vlaamse toeleidingscommissie (VTC) voor ieder dossier over de erkenning van de handicap en over de aanwezigheid van maatschappelijke noodzaak (MaNo) en/of de toekenning van een prioriteitengroep (PG). ERKENNING VAN DE HANDICAP -------------------------------------------------------------------------------- In 2021 beoordeelde de commissie de erkenning van de handicap in 505 dossiers. Onderstaande tabel toont het resultaat van die beoordeling. [Tabel niet opgenomen] De gemiddelde doorlooptermijn voor de beoordeling van de erkenning van de handicap wordt berekend vanaf de datum van ontvangst van het multidisciplinair verslag tot de beoordeling door de commissie. De gemiddelde doorlooptermijn in 2021 bedraagt 79 dagen. PRIORITERING VAN DE VRAAG -------------------------------------------------------------------------------- In 2021 beoordeelde de commissie de dringendheid van 3038 vragen. Onderstaande tabel toont het resultaat van die beoordeling. [Tabel niet opgenomen] De gemiddelde doorlooptermijn voor de beoordeling van de dringendheid van de vraag wordt berekend vanaf de datum van ontvangst van het multidisciplinair verslag tot de beoordeling door de commissie. De gemiddelde doorlooptermijn in 2021 bedraagt 67 dagen. OPGESTARTE BUDGETHOUDERS ================================================================================ 97,44% van de nieuwe budgethouderszijn opgestart Quote: "De meeste persoonsvolgende budgetten blijven vlot starten." [Grafiek: aandeel opgestarte en niet-opgestarte nieuwe budgethouders in 2021][niet opgenomen] De meeste van de nieuwe budgethouders (97,44 %) zijn gestart. 2,56 % was nog niet gestart op de rapporteringsdatum (4 april 2022). Dat wijkt niet af van vorige jaren. Van de niet-gestarte budgethouders gaf zo'n 5 % aan het budget niet te zullen starten. Meer dan de helft van de niet-gestarte budgetten, startte niet binnen de opstarttermijn. Het persoonsvolgend budget werd om die reden dan ook stopgezet. Die dossiers worden door het VAPH individueel opgevolgd. Voor bijna 16% van de nog niet-opgestarte budgethouders geldt dat zij zich nog binnen de opstarttermijn bevinden op het moment van rapportering. Dat is deels omdat ze nog ruimte hebben binnen de vier maanden opstarttermijn of omdat er sprake is van overmacht waardoor de opstarttermijn met vier maanden verlengd werd. Van de personen die startten met het persoonsvolgende budget, startte 98,34 % binnen 4 maanden. Net geen 80 % van de startende budgethouders startte zelfs binnen 2 maanden na de terbeschikkingstelling. Voor 1,66 % van de budgethouders geldt dat ze pas na 4 maanden startten. Daar speelt vaak een reden van overmacht zoals een lange ziekenhuisopname. Wie een persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld krijgt, heeft vier maanden tijd om te starten met het besteden ervan. Het VAPH volgt dat nauwgezet op en contacteert na ongeveer twee maanden de nieuwe budgethouders voor wie nog geen overeenkomst werd geregistreerd. Als uit de contactname blijkt dat de betrokkene problemen ondervindt om de geschikte ondersteuning te vinden en de besteding te starten, dan kan het VAPH hem doorverwijzen naar een bijstandsorganisatie. Indien nodig kan er na contact met een bijstandsorganisatie intensieve bemiddeling aangevraagd worden bij het VAPH. Lukt het echt niet om op te starten binnen de vooropgestelde vier maanden, maar heeft de budgethouder wel de nodige stappen daartoe ondernomen, dan kan een eenmalige verlenging van opnieuw vier maanden worden toegestaan. Als ook die periode verstreken is zonder opstart van het budget, wordt de terbeschikkingstelling gestopt. BESTEDING BUDGETTEN ================================================================================ 27.266 budgethouders PVB Quote: "27.266 budgethouders persoonsvolgend budget (PVB)" [Tabel: spreiding van de ter beschikking gestelde persoonsvolgende budgetten (zorggebonden middelen), referentiedatum 31.12.2021][niet opgenomen] Ten opzichte van 31 december 2020 merken we een stijging van het aantal budgethouders met 1867 budgethouders. Door de extra middelen uit het zorginvesteringsplan van de Vlaamse Regering konden de budgetten van personen met een vraag naar een persoonsvolgend budget in prioriteitengroep 1 versneld ter beschikking gesteld worden. Dat verklaart de gevoelige stijging van het totaal aantal budgethouders met een budget. Verder stellen we vast dat een groot aantal personen aan wie een persoonsvolgend budget werd ter beschikking gesteld in 2021, ervoor al een (deel- of tijdelijk) persoonsvolgend budget had. Voor de meeste budgethouders geldt nog steeds dat zij hun persoonsvolgend budget vanuit de transitie hebben verkregen. De tabel hierboven deelt de budgetten in per berekende budgetcategorie. Zo kunnen ook de budgetten die vanuit de transitie werden toegekend, worden ingedeeld in een categorie. Die budgetten hebben immers geen budgetcategorie zoals bepaald in de regelgeving, maar hun budget is een vertaling van de ondersteuning die genoten werd op het moment van de transitie. Voor de volledigheid geven we ook de evolutie van het aantal budgethouders mee op basis van de terbeschikkingstellingen vanaf 1 januari 2018. Die tonen een consequente stijging van het aantal houders van een persoonsvolgend budget. [Tabel: evolutie aantal budgethouders][niet opgenomen] BESTEDING PER VORM (VOUCHER EN/OF CASH) ================================================================================ Quote: "Budgethouders blijven hun persoonsvolgend budget voornamelijk in voucher besteden, maar ze maken ook steeds meer gebruik van andere bestedingsmogelijkheden."" [Tabel: besteding van het persoonsvolgend budget per vorm (voucher en/of cash) in 2021][niet opgenomen] 72,17 % van de budgethouders besteden hun budget enkel in voucher. Dat is een daling van ongeveer 4,5 % ten opzichte van 2020. 10,24% besteedt zijn budget enkel in cash niet bij een vergunde zorgaanbieder. Dat is een eerder beperkte stijging van ongeveer 1 %. We zien dus steeds meer een spreiding in hoe de budgetten besteed worden. Budgethouders combineren meer en meer de verschillende bestedingsmogelijkheden. De coronacrisis heeft daar mogelijk een invloed gehad. Budgethouders die toen door de opgelegde maatregelen niet langer naar hun residentiële opvang of dagbesteding mochten, konden via de begeleidende maatregelen ondersteuning in de thuisomgeving organiseren. Dat kon enkel via cashovereenkomsten. Ook nieuwe budgethouders kiezen makkelijker voor cashbesteding of een combinatie van cash- en voucherbesteding. 1,42 % van de budgethouders had in 2021 geen lopende overeenkomst. Uiteraard zijn er de budgethouders die op dat moment nog maar recent hun terbeschikkingstelling ontvangen hadden en zich op 31 december 2021 nog volop in de opstartperiode bevonden. In november en december 2021 deed het VAPH immers nog een terbeschikkingstellingsronde in het kader van het zorginvesteringsplan. Het mag dus niet verbazen dat een groot deel van die budgethouders op het einde van 2021 nog niet was gestart met de besteding. Onder de 1,42 % vallen ook personen die in 2021 geen kosten meer registreerden of geen lopende overeenkomst meer hadden, bijvoorbeeld omdat er buiten de VAPH-sector een andere oplossing werd gevonden. Het VAPH volgt die dossiers individueel op. Als de besteding niet opnieuw gestart wordt, kan dat tot stopzetting van de respectievelijke budgetten leiden. BESTEDING IN CASH ================================================================================ Quote: "Opmerkelijke stijgingen bij inzet via cashovereenkomsten" Het persoonsvolgend budget kan op zeer uiteenlopende wijzen ingezet worden om zorg en ondersteuning te realiseren. Personen die het budget in cash besteden, benutten die verschillende mogelijkheden steeds meer. [Tabel: besteding van het persoonsvolgend budget in 2021 per cashovereenkomsttype][niet opgenomen] We merken een algemene stijging van het aantal geregistreerde cashovereenkomsten ten opzichte van 2020. Budgethouders die hun persoonsvolgend budget in cash inzetten, realiseren hun zorg en ondersteuning overwegend via arbeidsovereenkomsten, vrijwilligers, dienstencheques en overeenkomsten met natuurlijke of rechtspersonen ('overeenkomsten met hulpverleners'). Vooral die laatste groep laat een opmerkelijke stijging van het aantal overeenkomsten zien en dat is al sinds 2018 het geval. Onder die groep vallen zelfstandigen, maar ook deeleconomieplatformen. Er is ook een stijging van het aantal overeenkomsten die gesloten worden met diensten die erkend zijn door het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (en niet door het VAPH). Het gaat in zowat alle gevallen om overeenkomsten met een dienst voor gezinszorg. Andere opvallende cijfers laten een stagnatie of een lichte daling zien van het aantal overeenkomsten. Het aantal arbeidsovereenkomsten met individuele begeleiders is bijvoorbeeld nauwelijks gestegen in vergelijking met 2020, terwijl het aantal overeenkomsten met vrijwilligersorganisaties en uitzendkantoren zelfs lichtjes daalt. De dalingen worden mogelijk mee veroorzaakt door het sluiten van overeenkomsten van bepaalde duur en een betere registratie. Het aantal personen dat via die overeenkomsttypes ondersteuning organiseert, stijgt op enkele kleine uitzonderingen na, immers consequent. De algemene trend is echter de toename bij de andere overeenkomsttypes. Vermoedelijk heeft de coronacrisis daar een rol in gespeeld. De Vlaamse Regering voorzag begeleidende maatregelen voor personen bij wie de ondersteuning wegviel doordat een cliënt bijvoorbeeld niet meer naar zijn dagbesteding kon, waar een persoonlijke begeleider in quarantaine moest … Er kon enkel gebruik gemaakt worden van die begeleidende maatregelen door registratie van cashovereenkomsten voor een-op-een begeleiding. De coronacrisis heeft daardoor meegewerkt aan een grotere diversiteit van besteden. In 2019 konden voor het eerst ook overeenkomsten gesloten worden met organisaties die in het buitenland opereren. Het aantal overeenkomsten dat met zulke organisaties afgesloten werd, blijft tot nader order beperkt. We zien in 2021 ook geen opmerkelijke toename ten opzichte van 2020. PERSOONLIJKE-ASSISTENTIEBUDGET ================================================================================ 1.522 budgethouders PAB Eind december 2021 waren er 1522 houders van een persoonlijke-assistentiebudget. Dat is een stijging van net geen 35% ten opzichte van eind december 2020. De kinderen en jongeren worden in de tabel hieronder ingedeeld volgens hun leeftijd op 31 december 2021. [Tabel: aantal actieve PAB-budgethouders op 31.12.2021 (unieke cliënten)][niet opgenomen] Opgelet: de budgetcategorieën PAB verschillen van de budgetcategorieën PVB. [Tabel: aantal actieve PAB-budgethouders ingedeeld volgens budgetcategorie op 31.12.2021 (unieke cliënten)][niet opgenomen] [Tabel: budgetcategorieën PAB in 2021 (in euro)][niet opgenomen] HULPMIDDELEN ================================================================================ Hulpmiddelen en aanpassingen kunnen een persoon met een handicap helpen om activiteiten waarbij hij moeilijkheden ondervindt, uit te voeren: een traplift om de trap te overbruggen, een beeldschermloep om tekst vergroot te lezen, een trilwekker om gewekt te worden, een aangepaste woning, auto, computer of fiets... Het VAPH geeft tegemoetkomingen voor hulpmiddelen en aanpassingen. Ook voor blindengeleidehonden, incontinentiemateriaal en pedagogische hulp kan een persoon met een handicap bij het VAPH terecht. 45.836 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen > 45.000 hulpmiddelen en aanpassingen aangevraagd ACTIEVE GEBRUIKERS ================================================================================ 45.836 gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen Quote: "De meeste actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen zijn tussen 18 en 65 jaar oud." [Tabel: aantal actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen per leeftijdscategorie][niet opgenomen] Er zijn 45.836 actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen.* * 4892 personen zijn jonger dan 18 jaar (11 %). * 26.607 personen zijn 18 jaar tot 64 jaar (58 %). * 14.337 zijn 65 jaar of ouder (31 %). * Een actieve gebruiker van hulpmiddelen en aanpassingen is gedefinieerd als een persoon met een handicap die een uitbetaling voor hulpmiddelen en aanpassingen gekregen heeft tussen 1 januari 2012 en 31 december 2021 en die op 31 december 2021 nog in leven was. AANVRAGEN EN BESLISSINGEN ================================================================================ >45.000 hulpmiddelen en aanpassingen aangevraagd Quote: "Meer dan 45.000 hulpmiddelen werden aangevraagd." 20.507 personen hebben in 2021 een uitbetaling voor hulpmiddelen en aanpassingen (individuele materiële bijstand of IMB) gekregen (rechtstreeks of via derdebetalersysteem). In 2021 werden 45.371 hulpmiddelen aangevraagd door 17.054 personen. De hulpmiddelen worden gebundeld in de refertelijst. De refertelijst geeft een overzicht van de tegemoetkomingen (refertebedragen) voor verschillende veelgevraagde hulpmiddelen en aanpassingen met de bijhorende refertetermijnen. Er zijn 18.209 beslissingen verstuurd naar 13.800 personen, waarvan 2896 weigeringen. Het lager aantal beslissingen in vergelijking met vorig jaar is te verklaren door het vroeger versturen van de verlengingen van het incontinentieforfait (in december 2020). Dit zijn de belangrijkste veranderingen in 2021 voor het hulpmiddelenbeleid in Vlaanderen: * Vanaf 9 mei 2021 werd de eenvoudige aanvraagprocedure voor hulpmiddelen en aanpassingen uitgebreid. Tegemoetkoming voor herstellingskosten moeten daardoor niet langer door de bijzondere bijstandscommissie worden behandeld. Ook de hernieuwing van een hulpmiddel dat of aanpassing die in het verleden al werd vergoed door het agentschap, hoeft nu niet langer via een multidisciplinair team te worden aangevraagd. De formulieren die het VAPH aanbiedt voor die aanvragen, werden aangepast en verbeterd waar mogelijk. Personen met een handicap worden daardoor opnieuw iets minder afhankelijk van anderen voor het aanvragen van een vergoeding voor noodzakelijke hulpmiddelen en aanpassingen en anderzijds wordt de workload van MDT's iets gereduceerd. * Op 1 juni werden de refertelijst en de hulpmiddelenfiches aangepast voor een uiteenlopend gamma van hulpmiddelen en aanpassingen. Enkele voorbeelden: uitbreidingen of verduidelijkingen van omschreven doelgroepen voor bepaalde hulpmiddelen, verbeterde tegemoetkomingen, toevoegingen van nieuwe referterubrieken (vb. autoaanpassingen en herstelbudget voor signaleringssystemen) enzovoort. * De refertelijst werd in 2021 een tweede keer aangepast op 1 november. De lijst werd daarmee opnieuw sterk uitgebreid en bijgewerkt op het vlak van autoaanpassingen, fietsoplossingen en fietsalternatieven. Tegelijkertijd werd een verbeterde structuur voor de weergave van de hulpmiddelen en aanpassingen in de refertelijst voorgesteld op de website van het VAPH. De zoekfunctie werd ook verbeterd. * Vanaf november werd een webformulier in mijnvaph.be voorzien voor het indienen van aanvragen voor hulpmiddelen en aanpassingen via de eenvoudige aanvraagprocedure. Daarmee nemen de mogelijkheden verder toe voor personen met een handicap om op een veilige manier zelf elektronisch aanvragen en documenten in te dienen bij het VAPH. ORGANISATIES ================================================================================ Het VAPH registreert, erkent, vergunt en subsidieert verschillende diensten en organisaties om ondersteuning op maat te bieden aan personen met een handicap. 85 multifunctionele centra 256 vergunde zorgaanbieders 207 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp 94 groenezorg-initiatieven 5 bijstandsorganisaties 5 diensten ondersteuningsplan 20 vrijetijdszorgorganisaties 4 observatie-, diagnose- en behandelingsunits 3 residentiële units geïnterneerden 3 dagondersteuning in gevangenis 78 directe financiering geïnterneerden 25 geregistreerde ouderinitiatieven 5 gebruikers-verenigingen met informatieloket 95 multidisciplinaire teams 17 aanbieders wooninfrastructuur MULTIDISCIPLINAIRE TEAMS ================================================================================ 95 multidisciplinaire teams Eind 2021 zijn er 95 multidisciplinair teams (MDT's). Dat zijn er twee minder dan in 2020. Een multidisciplinair team is een dienst die personen met een (vermoeden van) handicap bijstaat bij de aanvraag van ondersteuning bij het VAPH. Elk multidisciplinair team heeft zijn eigen specialisatie, zoals begeleiding of opvang voor minderjarigen, het aanvragen van een persoonsvolgend budget voor meerderjarigen of voor hulpmiddelen voor minder- en/of meerderjarigen. Een beperkt aantal teams is bovendien gespecialiseerd in specifieke handicaps. Een multidisciplinair team kan een basiserkenning hebben en mag dan multidisciplinaire verslagen opmaken voor vragen voor een persoonsvolgend budget (PVB). Boven op de basiserkenning kan het multidisciplinair team een specifieke erkenning hebben zoals een erkenning individuele materiële bijstand (IMB) of een erkenning huurhulpmiddelen bij snel degeneratieve aandoeningen MULTIFUNCTIONELE CENTRA ================================================================================ 85 erkende multifunctionele centra In 2021 waren er 85 erkende multifunctionele centra (MFC's). Dat zijn er 3 minder dan eind 2020. Dat komt omdat 2 multifunctionele centra stopten door een reconversie van punten MFC naar rechtstreeks toegankelijke hulp en 1 multifunctioneel centrum door een fusie. De erkende capaciteit van de multifunctionele centra wordt uitgedrukt in personeelspunten en bedraagt in totaal 407.906,86 personeelspunten. Naast de capaciteit wordt in de erkenning altijd een outputfactor vermeld. Dat is het minimaal aantal cliënten dat een multifunctioneel centrum moet ondersteunen in de loop van een jaar. Voor alle MFC's samen bedraagt die outputfactor 9224 cliënten. Multifunctionele centra hebben de opdracht om flexibele, vraaggestuurde trajecten aan te bieden voor minderjarige personen met een handicap. In 2021 hebben 9822 cliënten gebruik gemaakt van de ondersteuning van een multifunctioneel centrum. Dat cijfer verschilt van het totaal aantal cliënten MFC op de pagina met betrekking tot de ondersteuningscombinaties (https://extranet.vaph.be/jaarverslag/2021/pages/36), omdat daar enkel de cliënten op het einde van het jaar geteld worden. [Tabel: aantal cliënten in de multifunctionele centra per provincie (op basis van domicilie), per leeftijdscategorie in de loop van 2021][niet opgenomen] De grootste groep van gebruikers is tussen 12 en 17 jaar. Een multifunctioneel centrum kan cliënten opnemen en ondersteunen tot en met de leeftijd van 21 jaar. Als er voldaan wordt aan een aantal voorwaarden, kan de ondersteuning tot en met de leeftijd van 25 jaar verdergezet worden. [Tabel: aantal personen dat gebruik maakte van de verschillende ondersteuningsfuncties in een MFC in 2021][niet opgenomen] Een persoon kan gebruik maken van meerdere ondersteuningsfuncties, waardoor het totaal in bovenstaande tabel groter is dan het totaal aantal MFC-cliënten. Daarnaast zijn er 33 minderjarigen die gebruik maken van de typemodule verblijf voor minderjarigen met een handicap (kortdurend) zonder dat te combineren met andere ondersteuning in een multifunctioneel centrum. Om gebruik te kunnen maken van die ondersteuning, is er een geldig indicatiestellingsverslag met typemodule handicap, maar geen jeugdhulpbeslissing nodig. 221 minderjarigen combineren dat met andere ondersteuning in een multifunctioneel centrum. VERGUNDE ZORGAANBIEDERS ================================================================================ 256 vergunde zorgaanbieders In 2021 vergunde het VAPH 2 nieuwe zorgaanbieders. Op 31 december 2021 waren er in totaal 256 vergunde zorgaanbieders. Ondanks die nieuwe vergunde zorgaanbieders zijn er in vergelijking met eind 2020 zijn twee vergunde zorgaanbieders minder. Dat is het gevolg van fusies en overdrachten van beheer. Een vergunde zorgaanbieder is een zorgaanbieder bij wie meerderjarige personen met een handicap terechtkunnen voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning. Die zorg en ondersteuning kan betaald worden met het persoonsvolgend budget. De vergunde zorgaanbieders hebben een vergunning van het VAPH om zorg en ondersteuning te bieden. Enkel zorgaanbieders die kwalitatieve zorg en ondersteuning aanbieden, kunnen een vergunning krijgen van het VAPH. Ze moeten daarvoor voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen. AANBIEDERS VAN RECHTSTREEKS TOEGANKELIJKE HULP ================================================================================ 207 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp Op 31 december 2021 waren er 207 erkende aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH), goed voor 83.772,86 personeelspunten (minder- en meerderjarigen). Daarvan zijn 7759,68 personeelspunten toegekend voor RTH-kortverblijf. Naast kortverblijf zijn er 746,70 personeelspunten voor RTH-begeleid werken voor schoolverlaters in het kader van het project Geïntegreerd Breed Onthaal toegekend en 1990,31 personeelspunten voor globale individuele ondersteuning voor minderjarigen (GIO). In het jaar 2021 waren er 220 aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp die ondersteuning boden aan 28.360 cliënten, waarvan 13.493 minderjarigen en 14.867 meerderjarigen. Niet elke aanbieder van rechtstreeks toegankelijke hulp beschikt over een erkenning voor RTH. Er zijn ook niet-erkende aanbieders die punten afnemen van een erkende aanbieder. Daardoor is het aantal RTH-aanbieders hoger dan het aantal diensten dat over een erkenning beschikt. Enkel personen met een (vermoeden van) handicap die (nog) niet beschikken over een persoonsvolgend budget of ondersteund worden door een multifunctioneel centrum, kunnen gebruik maken van rechtstreeks toegankelijke hulp, met een maximum van 8 punten op jaarbasis. Die kunnen ingezet worden voor een of meerdere ondersteuningsfuncties. [Tabel: overzicht van het aantal personen per gebruikte ondersteuningsfunctie in 2021][niet opgenomen] In totaal werden in 2021 28.360 personen ondersteund via rechtstreeks toegankelijke hulp. Als de aantallen in de bovenstaande tabel opgeteld worden, is de som groter dan 28.360. Dat komt omdat een persoon van verschillende ondersteuningsfuncties gebruik gemaakt kan hebben. Bij 174 personen wordt aangegeven dat er voor de ondersteuning bij de RTH-aanbieder structureel een beroep gedaan wordt op vrijwilligers. Die personen kunnen maximum 7 personeelspunten per jaar inzetten voor de andere ondersteuningsfuncties. In onderstaande tabellen wordt het aantal RTH-gebruikers per leeftijdscategorie en per provincie weergegeven. [Tabel: aantal gebruikers RTH in 2021 per leeftijdscategorie][niet opgenomen] [Tabel: overzicht van het aantal RTH-gebruikers in 2021 per provincie op basis van domicilie van de cliënt][niet opgenomen] Daarnaast is er ook kortverblijf. Dat is een overnachting bij een RTH-aanbieder waaraan eventueel een dag dagopvang kan gekoppeld worden. Die capaciteit is bedoeld voor personen die op 1 januari 2017 de overstap maakten naar een persoonsvolgend budget en bij wie voor de bepaling van het budget werd rekening gehouden met minder dan 60 nachten woonondersteuning. In dat geval wordt het kortverblijf rechtstreeks gefinancierd door het VAPH. In 2021 kregen 722 personen op die manier ondersteuning via kortverblijf. Tot slot kregen 917 personen in 2021 globale individuele ondersteuning. Het gaat om laagdrempelige en snel inzetbare hulp in de gewone kinderopvang of school zodat kinderen met en zonder specifieke zorgbehoeften samen kunnen participeren. Er wordt ingezet op jonge kinderen met een (vermoeden van) handicap tot en met het eerste leerjaar. Kinderen kunnen gebruik maken van maximaal 4 RTH-punten op jaarbasis die los staan van de 8 punten waar elk kind met een (vermoeden van) handicap gebruik van kan maken binnen rechtstreeks toegankelijke hulp. GROENEZORGINITIATIEVEN ================================================================================ 94 groenezorg- initiatieven Op 31 december 2021 waren er 94 groenezorginitiatieven geregistreerd. Een groenezorginitiatief is een initiatief van een bedrijf, vereniging of particulier waarin activiteiten van land- of tuinbouwproductie of andere activiteiten die betrekking hebben op de omgang met planten of dieren, deel uitmaken van de dagactiviteiten voor mensen uit kwetsbare groepen. De activiteiten gebeuren onder begeleiding. Voorbeelden van een groenezorginitiatief zijn een zorgboerderij, een dierenasiel, een dierenpension en een belevingshoeve. Ondersteuning door een groenezorginitiatief kan betaald worden via het cashsysteem van het persoonsvolgend budget of met het persoonlijke-assistentiebudget. In 2021 sloten 142 houders van een persoonsvolgend budget 182 cashovereenkomsten met groenezorginitiatieven. In 2021 hebben 27 houders van een persoonlijke-assistentiebudget 35 overeenkomsten gesloten bij een groenezorginitiatief. OUDERINITIATIEVEN ================================================================================ 25 ouderinitiatieven Ouderinitiatieven zijn initiatieven van ouders of andere familieleden tot de tweede graad van personen met een handicap die zorg en ondersteuning willen organiseren voor een groep van maximaal 15 personen met een handicap met en zonder persoonsvolgend budget en die zich kunnen zich laten registreren bij het VAPH. Het persoonsvolgend budget kan bij een geregistreerd ouderinitiatief besteed worden. Het kan enkel in cash ingezet worden. Ouderinitiatieven moeten zich laten registreren als er collectieve ondersteuning wordt aangeboden. Op 31 december 2021 waren er 25 ouderinitiatieven geregistreerd bij het VAPH (10 nieuwe registraties in 2021). Zij hadden in de loop van 2021 67 gebruikers met 88 cashovereenkomsten in het kader van het persoonsvolgend budget. Voor het persoonlijke-assistentiebudget waren dat 5 overeenkomsten bij 3 gebruikers. GEINTERNEERDEN ================================================================================ 3 residentiële units geïnterneerden 3 vergunde zorgaanbieders organiseren een residentiële unit voor geïnterneerde personen met een handicap. Op 31 december 2021 zijn zij samen erkend voor in totaal 50 plaatsen. 3 dagondersteuning in gevangenis 3 vergunde zorgaanbieders bieden dagondersteuning aan personen met een handicap in de gevangenis. In totaal zijn de 3 organisaties erkend voor 1647 personeelspunten. 78 directe financiering geïnterneerden 78 vergunde zorgaanbieders zijn geregistreerd in het kader van de directe financiering voor geïnterneerde personen met een handicap. In 2021 werden 75 aanvragen van personen met een handicap voor de doelgroep geïnterneerden ingediend: * 61 aanvragen werden goedgekeurd. * 2 aanvragen werden stopgezet (1 vanwege een onvolledig aanvraagdossier en 1 op vraag van de aanvrager zelf). * 1 aanvraag werd geweigerd omdat de persoon niet erkend werd als persoon met een handicap. * 11 aanvragen waren nog lopende op 31 december 2021. Het gaat in totaal om 14 aanvragen voor residentiële opvang van geïnterneerden en 61 aanvragen voor directe financiering. Nog eens 6 geïnterneerde personen met een handicap kregen in 2021 een goedkeuring voor de directe financiering geïnterneerden van een aanvraag die ze in 2020 deden. Tussen 1 januari en 31 december 2021 werden 38 opnames via deze procedure gerealiseerd: 6 geïnterneerden vonden een plaats in de residentiële units voor geïnterneerde personen met een handicap en 32 geïnterneerden konden terecht bij een vergunde zorgaanbieder. In de loop van 2021 werden 11 begeleidingsovereenkomsten van geïnterneerden bij een vergunde zorgaanbieder gestopt: 1 op vraag van de geïnterneerde, 5 door een terugkeer naar een beveiligde setting, 4 omdat ze de overstap naar een persoonsvolgend budget maakten en 1 door overlijden. In de residentiële units voor geïnterneerden werden 2 begeleidingen stopgezet tijdens die periode. WOONINFRASTRUCTUUR ================================================================================ 17 erkende wooninfrastructuur Het VAPH erkent 17 verenigingen organisaties die wooninfrastructuur ter beschikking stellen aan personen met een handicap. Dat is 1 vereniging meer dan vorig jaar. DIENSTEN ONDERSTEUNINGSPLAN ================================================================================ 5 diensten ondersteuningsplan Het VAPH erkent en subsidieert vijf diensten ondersteuningsplan. In 2021 waren zij erkend voor 27.958 begeleidingen. Dat is hetzelfde aantal als de vorige jaren. Een dienst ondersteuningsplan helpt de persoon met een handicap om zijn netwerk te versterken en uit te bouwen, zijn ondersteuningsnood in kaart te brengen en te zoeken naar de meest geschikte ondersteuning. Indien nodig wordt de persoon ondersteund bij de opmaak van het ondersteuningsplan persoonsvolgend budget in functie van de aanvraag van een persoonsvolgend budget. In totaal hebben in 2021 bijna 4500 personen met een handicap gebruik gemaakt van de diensten ondersteuningsplan. GEBRUIKERSVERENIGINGEN MET INFORMATIELOKET ================================================================================ 5 diensten ondersteuningsplan Het VAPH erkent 5 gebruikersverenigingen met informatieloket waarvan er 2 erkend zijn voor collectieve overlegorganen en 3 voor individuele gebruikers. Gebruikersverenigingen zijn verenigingen van en voor personen met een (vermoeden van) handicap en hun omgeving. Het zijn organisaties die personen met een (vermoeden van) handicap vertegenwoordigen. Ze kunnen personen met een (vermoeden van) handicap en hun omgeving wegwijs maken in de verschillende mogelijkheden voor ondersteuning door het VAPH en de administratieve stappen die eventueel moeten gezet worden. Gebruikersverenigingen kunnen ook de personen met een handicap die een beroep doen op ondersteuning van een vergunde zorgaanbieder, ondersteunen in het uitoefenen van hun rechten en plichten OBSERVATIE-, DIAGNOSE- EN BEHANDELINGSUNITS ================================================================================ 4 observatie-, diagnose- en behandelingsunits In 2021 waren er 4 observatie-, diagnose- en behandelingsunits voor meerderjarige personen met een handicap, erkend voor in totaal 1969,21 personeelspunten. Dat aantal is onveranderd ten opzichte van vorig jaar. Een observatie-, diagnose- en behandelingsunit (ODB-unit) biedt ondersteuning aan meerderjarige personen met een handicap met ernstige gedragsstoornissen in een residentiële setting, ambulant of mobiel, voor een periode van maximaal 9 maanden. Die periode is maximaal 2 keer verlengbaar. ORGANISATIES VOOR VRIJETIJDSZORG ================================================================================ 20 organisaties voor vrijetijdszorg Het VAPH erkent en subsidieert twintig organisaties voor vrijetijdszorg. Een organisatie voor vrijetijdszorg biedt aangepaste vrijetijdsactiviteiten aan voor personen met een handicap. Via die activiteiten bieden de vrijetijdszorgorganisaties aan personen met een handicap kansen om zich te ontspannen, om mensen te ontmoeten, om ervaringen op te doen, om vaardigheden aan te leren ... De vrijetijdszorgorganisaties werken op die manier niet alleen ondersteunend voor de persoon zelf, maar ook voor het netwerk dat instaat voor de ondersteuning van personen op andere levensdomeinen (wonen, dagbesteding …). De organisaties voor vrijetijdszorg zorgen enerzijds voor de uitbouw van een eigen uniek vrijetijdsaanbod voor personen met een handicap voor wie het beschikbare vrijetijdsaanbod binnen de reguliere vrijetijdssector niet bereikbaar of toegankelijk is. Anderzijds bieden zij vrijetijdstrajectbemiddeling op maat voor personen met een handicap die gebruik willen maken van een niet-handicapspecifiek vrijetijdsaanbod. BIJSTANDSORGANISATIES ================================================================================ 5 bijstandsorganisaties Het VAPH vergunde en financierde tot 31 december 2021 5 bijstandsorganisaties. Op 1 januari 2021 hebben de bijstandsorganisaties in totaal 6088 lidmaatschappen. In dat totaal aantal lidmaatschappen zijn dubbeltellingen gevat omdat een persoon een lidmaatschap kan hebben bij meer dan een bijstandsorganisatie. Het gaat om 5864 unieke lidmaatschappen op 1 januari 2021. In 2021 wijzigde de subsidiëring van de bijstandsorganisaties. Volgens de huidige regelgeving krijgen bijstandsorganisaties een forfaitair bedrag van 236 euro per lid. Die subsidie wordt berekend op basis van het aantal leden op 1 januari van het subsidiejaar. Een budgethouder die zich bij meerdere bijstandsorganisaties aansluit, genereert enkel een subsidie voor de bijstandsorganisatie waarbij hij zich het eerst heeft aangesloten. Voor die bijstandsorganisaties voor wie de nieuwe wijze van subsidiëring voor 2021 minder middelen genereerde dan de middelen die in 2021 zouden worden toegekend op basis van de oude regelgeving, werd voor het jaar 2021 eenmalig hetzelfde bedrag gesubsidieerd als zou worden toegekend op basis van de oude regelgeving. Volgens de oude regelgeving betaalde het VAPH aan de bijstandsorganisaties per lid een ledensubsidie van 170,41 euro, dubbeltellingen inbegrepen. Naast de ledensubsidie werd er volgens de oude wetgeving een basissubsidie betaald. Die bedroeg 90.216 euro voor bijstandsorganisaties die minimum 500 leden hadden. Voor bijstandsorganisaties met minder dan 500 leden was de basissubsidie gelijk aan 90.216 euro vermenigvuldigd met het aantal leden gedeeld door 500, maar nooit lager dan het minimumbedrag van 40.096 euro. ONDERSTEUNINGSCOMBINATIES ================================================================================ Quote: "In 2021 hadden 102.438 personen een vorm van VAPH-ondersteuning of een zorgbudget." Personen met een handicap kunnen gebruik maken van verschillende vormen van ondersteuning. Op deze pagina wordt voor iedere ondersteuningsvorm in kaart gebracht hoeveel personen er gebruik van maken op basis van gegevens van 31 december 2021. Ook wordt een overzicht gegeven van hoe mensen verschillende ondersteuningsvormen combineren. ONDERSTEUNINGSVORMEN -------------------------------------------------------------------------------- In het overzicht wordt zowel ondersteuning voor minderjarigen als meerderjarigen weergegeven. Enerzijds komt de laagdrempelige ondersteuning in trap 1 aan bod. Daartoe behoren de rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) en het zorgbudget voor mensen met een handicap. Anderzijds wordt de niet-rechtstreeks toegankelijke hulp in trap 2 in kaart gebracht. Daarbij gaat het om minderjarigen in een multifunctioneel centrum (MFC) of met een persoonlijke-assistentiebudget (PAB), en om meerderjarigen met een persoonsvolgend budget (PVB). Binnen de rechtstreeks toegankelijke hulp wordt vanaf 2020 een apart cijfer weergegeven voor globale individuele ondersteuning (GIO), een specifieke ondersteuning voor jonge kinderen en hun context. Daarnaast wordt ook het aantal actieve gebruikers van hulpmiddelen en aanpassingen weergegeven (individuele materiële bijstand of IMB). Met 'actieve gebruikers' worden personen bedoeld die een tegemoetkoming voor hulpmiddelen en aanpassingen gekregen hebben in de 10 jaar voor de referentiedatum en die niet overleden zijn voor de referentiedatum. Tot slot geven we ook mee hoeveel meerderjarigen wachten op een (verhoging van hun) persoonsvolgend budget per prioriteitengroep (PG). Hun vragen worden ingedeeld in een van de drie prioriteitengroepen, waarbij prioriteitengroep 1 de dringendste vragen bevat. [Tabel 1: evolutie in aantal personen per ondersteuningsvorm][niet opgenomen] COMBINATIES VAN ONDERSTEUNINGSVORMEN -------------------------------------------------------------------------------- Sommige ondersteuningsvormen kunnen gecombineerd worden. Niet alle combinaties zijn echter toegestaan. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal mensen per combinatie van ondersteuningsvormen. In het overzicht wordt de ondersteuning in trap 1 gegroepeerd: rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) en het zorgbudget voor mensen met een handicap. Ook de ondersteuning binnen trap 2 wordt gegroepeerd (zowel voor minderjarigen als meerderjarigen): ondersteuning door een multifunctioneel centrum (MFC), via een persoonlijke-assistentiebudget (PAB) of via een persoonsvolgend budget (PVB). Een persoon kan in onderstaande tabel maar in een van de categorieën van combinaties voorkomen. Het totaal is dus gelijk aan de som van de onderdelen. [Tabel 2: evolutie in ondersteuningscombinaties][niet opgenomen] Ondersteuning in trap 1 kan niet gecombineerd worden met ondersteuning in trap 2. Andere combinaties zijn wel toegelaten. Uit de tabel blijkt dat mensen in veel gevallen van de combinatiemogelijkheden gebruik maken. Zo wordt bijvoorbeeld ondersteuning in trap 1 of trap 2 gecombineerd met het gebruik van een hulpmiddel of aanpassing om tot een optimale ondersteuning op maat te komen. Daarnaast zien we ook dat mensen die wachten op een persoonsvolgend budget in een prioriteitengroep in afwachting van de terbeschikkingstelling van hun budget, vaak gebruik maken van ondersteuning in trap 1 (via rechtstreeks toegankelijke hulp en/of een zorgbudget voor mensen met een handicap), eventueel in combinatie met een hulpmiddel en/of aanpassing. Grafiek 1: grafische voorstelling van de verschillende ondersteuningsvormen en de combinaties Mensen die wachten op een (verhoging van hun) persoonsvolgend budget (PVB) in een prioriteitengroep, kunnen gebruik maken van andere ondersteuningsvormen in afwachting van de terbeschikkingstelling van hun persoonsvolgend budget. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de gebruikte ondersteuningsvormen door de wachtenden in de prioriteitengroepen. [Tabel 3: overzicht wachtenden in de prioriteitengroepen: welke VAPH-ondersteuning krijgen ze al?][niet opgenomen] [Tabel 4: overzicht wachtenden in de prioriteitengroepen: ondersteuningscombinaties opgesplitst naar al of niet gebruik van hulpmiddelen en aanpassingen (IMB)][niet opgenomen] Aan de hand van de gegevens in tabel 3 en 4 stellen we onder andere het volgende vast: * Bijna 30 % van de mensen in de prioriteitengroepen vraagt een verhoging van hun persoonsvolgend budget (PVB). * Bijna een derde van de wachtenden heeft een zorgbudget voor mensen met een handicap (al dan niet gecombineerd met rechtstreeks toegankelijke hulp). * Een vierde wordt ondersteund via rechtstreeks toegankelijke hulp (waarvan ongeveer de helft een zorgbudget heeft). * Een vierde van de mensen in de prioriteitengreoepen heeft geen ondersteuning in trap 1 of trap 2. Meer dan een derde van hen is een actieve gebruiker van een hulpmiddel of aanpassing. * 15 % van de mensen in de prioriteitengroepen heeft geen ondersteuning in trap 1, trap 2 of via een hulpmiddel en/of aanpassing. [Tabel: Aantal mensen per type handicap dat een van bovenvermelde ondersteuningsvormen krijgt, en/of in een prioriteitengroep staat op 31.12.2020][niet opgenomen] De aard van de handicap in bovenstaande tabel is afgeleid uit de handicapcodes die meestal door een erkend multidisciplinair team vastgesteld zijn. Uit bovenstaande tabel kunnen we het volgende afleiden: * 33 % van het totaal aantal mensen met VAPH-ondersteuning of wachtend in een prioriteitengroep heeft een fysieke handicap. * Voornamelijk bij mensen die gebruik maken van hulpmiddelen of aanpassingen, zijn er veel mensen met een fysieke handicap (59 %). * 31 % heeft een verstandelijke handicap. * In trap 2 heeft 63 % een verstandelijke handicap, en 37 % een fysieke handicap Die verhoudingen zijn relatief stabiel ten opzichte van de vorige jaren. CONCLUSIE -------------------------------------------------------------------------------- Meer dan 100.000 mensen maken gebruik van handicapspecifieke ondersteuning in de vorm van hulpmiddelen, aanpassingen, een zorgbudget voor mensen met een handicap, rechtstreeks of niet-rechtstreeks toegankelijke hulp. Een aanzienlijk aandeel van die groep combineert ondersteuningsvormen. EVOLUTIES ================================================================================ Hieronder vindt u de belangrijkste evoluties sedert 2018. De tabellen zijn gebaseerd op de jaarlijkse rapportering van de [ondersteuningscombinaties](https://extranet.vaph.be/jaarverslag/2021/pages/36). In de overzichtspagina van ondersteuningscombinaties vindt u daarover een uitgebreidere duiding. [Tabel 1: evolutie in aantal personen per ondersteuningsvorm][niet opgenomen] [Tabel 2: evolutie in ondersteuningscombinaties][niet opgenomen] Het totaal aantal mensen dat een beroep doet op ondersteuning van het VAPH is de voorbije drie jaar relatief stabiel. Toch zien we belangrijke evoluties binnen de cijfers. Vooraleer we conclusies trekken uit die cijfers moeten we ons ervan bewust zijn dat de cijfers in de jaren 2020 en 2021 in bepaalde mate kunnen beïnvloed zijn door de covid-pandemie. Maar, het is niet eenvoudig om de impact daarvan te kennen. De cijfers tonen dat de investeringen van de Vlaamse Regering leiden tot een gevoelige stijging van het aantal personen met een persoonsvolgend budget (PVB) of een persoonlijke-assistentiebudget (PAB). Die stijging is het opvallendst in 2021, het jaar waarin het VAPH een groot budget aan uitbreidingsmiddelen kreeg in het kader van het zorginvesteringsplan. Die middelen werden voornamelijk ingezet voor bijkomende individuele budgetten. Binnen de prioriteitengroepen zien we een verschillend beeld. * De realisatie van het zorginvesteringsplan, zorgt ervoor dat de wachttijd in prioriteitengroep 1 gevoelig gedaald is, waardoor het aantal mensen in die groep ook gevoelig gedaald is. * De trend van de voorbije jaren waarbij we een lichte daling zien in prioriteitengroep 3 zet zich door. Dat is voornamelijk het gevolg van herprioriteringen. * Ook voor prioriteitengroep 2 zet de trend van de voorbije jaar zich door. Sedert 2018 zien we jaarlijks een sterke stijging, waardoor nu ruim 5000 mensen tot die groep behoren. Een andere trend die zich de laatste jaren doorzet, is het dalend aantal cliënten binnen de multifunctionele centra (MFC's). Hieronder vindt u een aantal tabellen die mogelijk een verklaring bieden voor die daling. [Tabel 3: relevante cijfers in functie van de evoluties binnen de MFC's.][niet opgenomen] In de tabel worden de meest relevante cijfers voor de MFC's op een rijtje gezet. Het gaat daarbij om de cliënten op een bepaald moment (31 december van het betreffende jaar) en om alle cliënten die doorheen het jaar een beroep gedaan hebben op een MFC. De MFC's worden erkend in een bepaald volume aan personeelspunten. Daarmee kunnen zij op een flexibele wijze personeel inzetten om zo tegemoet te komen aan de vragen van kinderen en jongeren en hun gezin. We zien de voorbije jaren de capaciteit van de MFC's afnemen. Alleen in 2021 zien we een lichte toename van het aantal erkende personeelspunten. Naast de capaciteit van de MFC's in personeelspunten wordt in de erkenning ook telkens de outputfactor vermeld. Die outputfactor geeft aan hoeveel cliënten een MFC minimaal moet ondersteunen op jaarbasis en kan dus best vergeleken worden met het aantal cliënten gedurende het volledige jaar. De voorbije jaren is de outputfactor gedaald door de overdracht van een aantal MFC's naar het agentschap Opgroeien en door reconversies van MFC naar RTH. In 2021 is de totale outputfactor relatief stabiel gebleven ondanks een stijging van het totaal aantal personeelspunten in de erkenning. De reden daarvoor is dat de MFC's in het kader van het Vlaams Intersectoraal Akkoord extra personeel ter beschikking kregen in functie van een verlaging van de werkdruk, zonder een verhoging van de outputfactor. Ter illustratie geven we hieronder in een grafiek een evolutie van zowel het aantal cliënten op jaarbasis als van de outputfactor weer. Grafiek: evolutie van het aantal cliënten een outputfactor MFC In bovenstaande grafiek zien we dat de daling van het aantal cliënten gepaard gaat met een daling van de gewenste output. Om een gedegen evaluatie te maken van de daling van het aantal cliënten zijn verdere analyses nodig. Niet alleen met betrekking tot het aantal cliënten maar ook met betrekking tot de aangeboden ondersteuningsfuncties en de frequenties. REGIONALE CIJFERS ================================================================================ Op basis van de [ondersteuningscombinaties](https://extranet.vaph.be/jaarverslag/2021/pages/36) zijn per regio een aantal cijfergegevens beschikbaar. Wegens privacyredenen zijn de cijfers kleiner dan vijf in de tabellen vervangen door "<5". U kunt deze cijfers ook downloaden in een pdf- of Excel-bestand via onderstaande links: * downloaden als pdf (https://extranet.vaph.be/jaarverslag/2021/media/files/ondersteuningscombinaties-regionale-tabellen-jaarverslag-2021.pdf) * downloaden als Excel (https://extranet.vaph.be/jaarverslag/2021/media/files/ondersteuningscombinaties-regionale-tabellen-jaarverslag-2021.xlsx) TABELLEN -------------------------------------------------------------------------------- Omwille van de omvang van de tabellen met regionale cijfers zijn deze niet opgenomen in de pdf-versie van 'Het VAPH in cijfers'. EXTRA MIDDELEN ================================================================================ Quote: "Het zorginvesteringsplan zorgt voor perspectief voor alle mensen in prioriteitengroep 1." In de meerjarenbegroting die opgemaakt werd bij de start van de nieuwe Vlaamse Regering in 2019, werd een extra recurrent budget van 270 miljoen euro gereserveerd voor de periode 2020-2024. In 2020 werd al 40 miljoen euro extra geïnvesteerd. De overige 230 miljoen euro is door de Vlaamse Regering beschikbaar gemaakt vanaf 2021. Met de inzet van die middelen wil de Vlaamse Regering perspectief bieden aan personen met een handicap met de meest dringende vragen. Daartoe werd het zorginvesteringsplan goedgekeurd. Boven op de middelen uit het uitbreidingsbeleid voorziet het Vlaamse Intersectoraal Akkoord 6 (VIA 6) 19,6 miljoen euro extra middelen voor de uitbreiding van de rechtstreeks toegankelijke hulp. Van de uitbreidingsmiddelen zal de komende jaren 2 miljoen euro gebruikt worden om de groeiende noden aan hulpmiddelen en woningaanpassingen op te vangen. Nog eens 1 miljoen euro wordt gereserveerd voor bijkomende leden en een betere vergoeding van de bijstandsorganisaties. Daarnaast wordt een budget van 15 miljoen euro voorbehouden voor de bijkomende kosten die gepaard zullen gaan met de inkanteling van de internaten met permanente openstelling en de medisch pedagogische instituten van het gemeenschapsonderwijs in het beleidsdomein Welzijn. Van de overige middelen gaat 15 % naar ondersteuning voor minderjarigen en 85 % naar ondersteuning voor meerderjarigen. De middelen voor minderjarigen worden voornamelijk ingezet om bijkomende persoonlijke-assistentiebudgetten en persoonsvolgende convenants toe te kennen. Het budget voor meerderjarigen wordt ingezet voor bijkomende persoonsvolgende budgetten. Samen met de middelen die vrijkomen door uitstroom, zorgen die uitbreidingsmiddelen ervoor dat we steeds onmiddellijk een persoonsvolgend budget kunnen ter beschikking stellen voor wie voldoet aan de criteria voor automatische toekenning. Ook kregen alle mensen in prioriteitengroep 1 met een prioriteringsdatum in 2020 of vroeger hun persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld. Ook de komende jaren streven we ernaar om de wachttijd in prioriteitengroep 1 te beperken tot maximaal 18 maanden. Dat leidde in 2021 tot 2215 terbeschikkingstellingen in prioriteitengroep 1. FINANCIEEL VERSLAG ================================================================================ Download hier het financieel verslag (https://extranet.vaph.be/jaarverslag/2021//media/files/vaph-financieel-jaarverslag-2021.pdf). HET VERHAAL VAN HET VAPH ================================================================================ Hoe win je de strijd tegen het coronavirus? Stel de vraag aan iedere VAPH-medewerker en het antwoord zal zijn: door teamwerk. Ook in 2021 haalde het VAPH alles uit de kast om de coronacrisis goed te managen. Helder communiceren, zeer dicht de situatie op het terrein opvolgen, regelgeving aanpassen, een exitstrategie en plan van doorstart voorbereiden: het werd opnieuw een jaar van schakelen en heruitvinden. In februari startte de uitrol van de vaccinatiecampagne. Bewoners en personeel van residentiële voorzieningen beten de spits af. Daarna kwamen de dagcentra en diensten zelfstandig wonen aan bod. Een logistieke en organisatorische krachttoer met een goede afloop: de vaccinatiegraad bedroeg meer dan 90 % en de sector bleef grotendeels gespaard van grote uitbraken. DE KATALYSATOR DIE DE SECTOR NODIG HAD -------------------------------------------------------------------------------- Een crisis slorpt aandacht, maar creëert net zo goed kansen. Zo keurde de Vlaamse Regering het Zorginvesteringsplan goed. Een belangrijke beslissing, volgens James Van Casteren, administrateur-generaal van het VAPH. "Met het Zorginvesteringsplan trekt de Vlaamse Regering extra budget uit en investeert ze de beschikbare middelen sneller en gerichter. Het doel? Aan de meest dringende zorgvragen van personen met een handicap versneld tegemoetkomen en de wachtlijsten terugdringen." Focus op de grootste zorgnoden Hoe geef je perspectief aan personen met een handicap die op een wachtlijst staan? Dirk Vanderstighelen, afdelingshoofd Dienstverlening Budgethouders: "De focus ligt op personen met zorgvragen uit prioriteitengroep 1. Dat zijn meerderjarigen met de dringendste zorgnood. Er werd afgesproken dat, voor zover budgettair mogelijk, zij binnen de 18 maanden een persoonsvolgend budget (PVB) krijgen." Zoiets hoef je VAPH-medewerkers geen twee keer te zeggen. "In totaal kenden we in 2021 binnen prioriteitengroep 1 2215 persoonsvolgende budgetten toe." Marc Sevenhant, teamcoördinator Cijfers, Boekhouding en Budget: "Dat aantal was nog nooit zo hoog en de impact was enorm, want we slaagden erin om de wachttijd voor mensen met de zwaarste zorgnood terug te dringen van bijna drie jaar in 2020 tot één jaar eind 2021." Automatische rechtentoekenning Ook de automatische rechtentoekenning blijft verzekerd. Marc Sevenhant: "Elk jaar zijn er 2000 Vlamingen die door een acute crisissituatie recht hebben op een automatische toekenning van een persoonsvolgend budget. Inclusief de jongvolwassenen die uit de jeugdhulp komen. Zij mogen allen rekenen op de gepaste ondersteuning." Ook aandacht voor minderjarigen 15 % van het uitbreidingsbudget gaat naar minderjarigen. De focus ligt op kinderen en jongeren met de dringendste noden. In 2021 kende het VAPH voor 22,9 miljoen euro aan nieuwe persoonlijke-assistentiebudgetten (PAB's) toe. Dirk Vanderstighelen: "De mogelijkheden om je PAB in te zetten, hebben we ook verruimd. Net als met het PVB kun je je budget nu inzetten voor ondersteuning bij ouder- en groenezorginitiatieven, multifunctionele centra en vergunde zorgaanbieders. Op die manier spelen we beter in op de werkelijke behoeften en krijgen kinderen en jongeren met een handicap meer flexibiliteit in de besteding van hun budget." Dat het persoonlijke-assistentiebudget voor minderjarigen en het persoonsvolgend budget voor meerderjarigen naar elkaar toegroeien, is een goede zaak. Dirk Vanderstighelen: "Die gelijktrekking leidt tot een daling van de administratieve last. Bovendien wordt het zo voor jongvolwassenen veel eenvoudiger om de overstap van PAB naar PVB te maken." Prioriteitengroep 2 en 3 De extra financiële middelen volstaan niet om alle noden te lenigen. Hoe kunnen we de 15.000 zorgvragers in prioriteitengroep 2 en 3 tegemoetkomen? Die vraag hield het VAPH sterk bezig. Marc Sevenhant: "Voor prioriteitengroep 2 – de sterkst stijgende groep – werkten we een kader uit voor de toekenning van tijdelijke deelbudgetten. Om een beter zicht te krijgen op de zorgnoden van personen in prioriteitengroep 3, organiseerden we een bevraging bij die groep, in samenwerking met de diensten ondersteuningsplan, de bijstandsorganisaties en de gebruikersverenigingen met informatieloket voor personen met een handicap. Tegen de zomer van 2022 zullen onze beleidsaanbevelingen klaar zijn." Rechtstreeks toegankelijke hulp Wonderoplossingen zijn er niet, maar een rode draad is wel dat heel wat mensen uit beide prioriteitengroepen baat hebben bij rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH): mobiele en ambulante begeleiding, dagopvang en verblijf. Deze vorm van dienstverlening moet je op maat van de cliënt kunnen inzetten met het oog op een zo inclusief mogelijk leven. Om RTH meer vraaggestuurd, flexibeler en laagdrempeliger te maken, organiseerde het VAPH een participatief traject met alle stakeholders. In 2022 moet de bijsturing rond zijn. Vernieuwde aanvraagprocedure Evert Wuyts, afdelingshoofd Toeleiding & Hulpmiddelen: "We werkten een voorstel uit voor een vernieuwde, minder complexe aanvraagprocedure persoonsvolgend budget. De vernieuwing zit 'm in een logischere, vereenvoudigde procesflow met een kortere doorlooptijd. Er is ook een kostenbesparend effect door overbodige systeemkosten te elimineren. Maar het belangrijkste: mensen zullen sneller over een beslissing van het VAPH beschikken. Alle voorstellen werden verder uitgewerkt en aan de stakeholders voorgelegd zodat een politieke beslissing kan genomen worden. " Interprovinciale toeleidingscommissie Een ander voorstel van vereenvoudiging volgde uit de evaluatie van de werking van de Vlaamse toeleidingscommissie die de aanvraag voor een persoonsvolgend budget beoordeelt op basis van verschillende criteria. Het VAPH bereidt de omschakeling naar een interprovinciale werking voor, waarbij één commissie dossiers uit de vijf provincies behandelt. Dat zal leiden tot snellere en uniformere beslissingen. EFFICIENTIEWINSTEN -------------------------------------------------------------------------------- Efficiëntiewinsten boekten we ook dankzij interne hervormingen en optimalisaties. Dirk Vanderstighelen: "Op diverse fronten verbeterden we onze risicostrategie, bijvoorbeeld bij de bestedingen in cash. Ongeveer 6000 van de 25.000 budgethouders spenderen hun budget in cash, niet bij een voorziening. Wij controleren of alles rechtmatig besteed wordt. Die monitoring hebben we verfijnd zodat we risico's beter onder controle hebben. Bovendien kunnen personen met een handicap die voor het eerst een persoonlijk budget krijgen, voortaan rekenen op gratis bijstand door een organisatie die hen tijdens het opstartjaar wegwijs maakt in hoe ze hun budget optimaal inzetten. Ook dat mag je zien als een betere risicobeheersing." Jos Theunis, afdelingshoofd Vergunnen & Financieren: "Tegelijk maakten we werk van een versnelde afhandeling van de afrekeningsdossiers van vergunde zorgaanbieders. En met het VIPA, het Vlaamse Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, kwamen we tot een meer gestroomlijnde samenwerking rond investeringsdossiers." Vereenvoudiging en digitalisering Vereenvoudiging en digitalisering zijn de sleutel tot een betere dienstverlening rond het verstrekken van hulpmiddelen. Evert Wuyts: "We vereenvoudigden de aanvraagprocedure voor herstellingskosten en voor de hernieuwing van een hulpmiddel of aanpassing die in het verleden al werd vergoed door het Agentschap. Een terugbetaling aanvragen voor hulpmiddelen en aanpassingen via de eenvoudige aanvraagprocedure, kan voortaan digitaal via het e-loket mijnvaph.be. Het assortiment waarvoor je een tegemoetkoming krijgt, werd ook uitgebreid, met onder meer autoaanpassingen en fietsoplossingen. Hulpmiddelen die voor personen met een handicap een groot verschil maken in hun levenskwaliteit. Tot slot hebben we de online hulpmiddelendatabank gebruiksvriendelijker gemaakt." ZORGZAME EN ZORGVULDIGE VINGER AAN DE POLS -------------------------------------------------------------------------------- Ondertussen hield het VAPH een zorgzame vinger aan de pols bij organisaties die zich inzetten voor personen met een handicap. Ann Van den Abbeele: "De invoering van de persoonsvolgende financiering in 2017 bracht een sterke dynamiek in de sector op gang. Sociaal ondernemerschap is niet langer een loos begrip. Maar ondanks het enthousiasme blijft het voor zorgaanbieders vaak een moeilijke evenwichtsoefening. Zeker voor die organisaties die sterk getroffen waren door de herverdeling van budgetten over de sector heen ('correctiefase 2'). Om hen te versterken in hun rol als sociaal ondernemer, boden we een coachingtraject aan. Dat leverde heel wat interessante leerpunten op en die zetten we nu om in aanbevelingen voor de ganse sector. Daarnaast hebben we in 2021 extra ingezet op de opvolging en begeleiding van nieuwe vergunde zorgaanbieders." WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK -------------------------------------------------------------------------------- Rond tal van topics liet het VAPH wetenschappelijk onderzoek uitvoeren. Zo onder meer rond het zorgzwaarte-instrument (ZZI) & BelRai, rond de betaalbaarheid van zorg en rond de gevolgen van de omschakeling naar het nieuwe systeem van woon- en leefkosten. In het Europese UNIC-onderzoeksproject neemt het VAPH een voortrekkersrol op. Ann Van den Abbeele: "UNIC ontwikkelt instrumenten om de persoonsvolgende financiering in verschillende Europese landen in te voeren. Die nieuwe tools gaan wij samen met de Universiteit Gent testen. Het VAPH en Vlaanderen fungeren als testregio omdat wij op het vlak van persoonsvolgende financiering een pionier zijn in Europa. Voor het VAPH is dit een zeer interessant project. Het laat ons toe onze aanpak verder te verbeteren en de gebruiker nog meer centraal te stellen." DE GEBRUIKER NOG MEER CENTRAAL -------------------------------------------------------------------------------- Sinds de invoering van de persoonsvolgende financiering hebben we in Vlaanderen een hele weg afgelegd. Het is boeiend en uitdagend tegelijk om een wegbereider en pionier te zijn. Er zijn geen voorbeelden, spelregels liggen niet vast en je werkt met voortschrijdend inzicht. Karina De Beule, woordvoerder: "De voorbije jaren hebben we enorm veel geleerd over wat het betekent om personen met een handicap écht centraal te zetten en hoe je ondersteuning gebruikersgericht maakt. Communicatie speelt daarin een grote rol. Want alleen wie zeer goed geïnformeerd is, kan de regie over zijn zorg zelf in handen nemen. Bij het VAPH blijven we dus sterk inzetten op sensibilisering, kennisdeling en het verspreiden van inspirerende verhalen. Ook intern, want elke VAPH-medewerker zien we als een ambassadeur." "In maart organiseerden we het webinar 'Gewoon als het kan, speciaal als het moet'. Dat kreeg enorm veel weerklank. De resultaten van de personeelsenquête winden er ook geen doekjes om: 92 % van de medewerkers vindt dat we bij het VAPH waardevol werk doen. Wij gaan voor een wereld waarin iedereen kan groeien en bloeien. Dat is wat ons elke dag motiveert." Personen met een handicap top of mind maken, is natuurlijk niet eenvoudig. Een samenleving die echt inclusief denkt en handelt, neen, daar zijn we nog niet. Die zal er alleen maar komen als we inzetten op een geïntegreerde aanpak, binnen de sector en over sectoren heen. In een wereld die razendsnel evolueert, is inclusie een gedeelde verantwoordelijkheid. Een opdracht van iedereen. En de VAPH-medewerkers? James Van Casteren: "Wij staan klaar om die beweging mee te sturen en te faciliteren."