Besteding per vorm (voucher en/of cash)
Budgethouders blijven hun persoonsvolgend budget voornamelijk in voucher besteden, maar ze maken ook steeds meer gebruik van andere bestedingsmogelijkheden.”
Inzet persoonsvolgend budget | % cliënten |
---|---|
Enkel voucher | 72,17% |
Voucher + cash bij vergunde zorgaanbieder | 0,56% |
Voucher + cash bij vergunde zorgaanbieder + cash niet bij vergunde zorgaanbieder | 1,84% |
Voucher + cash niet bij vergunde zorgaanbieder | 11,63% |
Cash bij vergunde zorgaanbieder + cash niet bij vergunde zorgaanbieder | 1,82% |
Enkel cash bij vergunde zorgaanbieder | 0,32% |
Enkel cash niet bij vergunde zorgaanbieder | 10,24% |
Wel terbeschikkingstelling, geen overeenkomst | 1,42% |
Totaal | 100% |
72,17 % van de budgethouders besteden hun budget enkel in voucher. Dat is een daling van ongeveer 4,5 % ten opzichte van 2020. 10,24% besteedt zijn budget enkel in cash niet bij een vergunde zorgaanbieder. Dat is een eerder beperkte stijging van ongeveer 1 %. We zien dus steeds meer een spreiding in hoe de budgetten besteed worden. Budgethouders combineren meer en meer de verschillende bestedingsmogelijkheden. De coronacrisis heeft daar mogelijk een invloed gehad. Budgethouders die toen door de opgelegde maatregelen niet langer naar hun residentiële opvang of dagbesteding mochten, konden via de begeleidende maatregelen ondersteuning in de thuisomgeving organiseren. Dat kon enkel via cashovereenkomsten. Ook nieuwe budgethouders kiezen makkelijker voor cashbesteding of een combinatie van cash- en voucherbesteding.
1,42 % van de budgethouders had in 2021 geen lopende overeenkomst. Uiteraard zijn er de budgethouders die op dat moment nog maar recent hun terbeschikkingstelling ontvangen hadden en zich op 31 december 2021 nog volop in de opstartperiode bevonden. In november en december 2021 deed het VAPH immers nog een terbeschikkingstellingsronde in het kader van het zorginvesteringsplan. Het mag dus niet verbazen dat een groot deel van die budgethouders op het einde van 2021 nog niet was gestart met de besteding. Onder de 1,42 % vallen ook personen die in 2021 geen kosten meer registreerden of geen lopende overeenkomst meer hadden, bijvoorbeeld omdat er buiten de VAPH-sector een andere oplossing werd gevonden. Het VAPH volgt die dossiers individueel op. Als de besteding niet opnieuw gestart wordt, kan dat tot stopzetting van de respectievelijke budgetten leiden.