Evoluties
Hieronder vindt u de belangrijkste evoluties sedert 2018. De tabellen zijn gebaseerd op de jaarlijkse rapportering van de ondersteuningscombinaties. In de overzichtspagina van ondersteuningscombinaties vindt u daarover een uitgebreidere duiding.
Ondersteuningsvorm | 31.12.2018 | 31.12.2019 | 31.12.2020 | 31.12.2021 |
---|---|---|---|---|
Zorgbudget | 14.674 | 16.060 | 16.508 | 15.413 |
RTH | 26.243 | 27.940 | 27.592 | 28.360 |
GIO | 801 | 917 | ||
RTH & GIO | 26.243 | 27.940 | 27.757 | 28.607 |
MFC | 9.527 | 9.261 | 8.642 | 8.516 |
PAB | 879 | 1.038 | 1.129 | 1.522 |
PVB | 24.677 | 25.299 | 25.399 | 27.266 |
IMB | 46.935 | 46.767 | 46.310 | 45.836 |
PG 1 | 1.257 | 1.829 | 1.802 | 328 |
PG 2 | 1.616 | 2.826 | 3.777 | 5.034 |
PG 3 | 12.190 | 11.487 | 11.044 | 10.595 |
Totaal (unieke personen)* | 101.661 | 104.040 | 103.640 | 104.824 |
Ondersteuningscombinatie | 31.12.2018 | 31.12.2019 | 31.12.2020 | 31.12.2021 | Percentage 31.12.2021 |
---|---|---|---|---|---|
Enkel IMB | 28.162 | 27.581 | 27.035 | 26.393 | 25,18% |
Enkel trap 1 | 25.313 | 26.894 | 26.911 | 27.373 | 26,11% |
Enkel trap 2 | 19.548 | 19.750 | 19.294 | 20.789 | 19,83% |
Trap 2 + IMB | 10.376 | 10.378 | 10.384 | 11.008 | 10,50% |
Trap 1 + PG | 4.838 | 5.303 | 5.544 | 5.160 | 4,92% |
Trap 1 + IMB | 3.383 | 3.459 | 3.492 | 3.343 | 3,19% |
Trap 2 + PG | 3.147 | 3.371 | 3.322 | 3.280 | 3,13% |
Trap 1 + IMB + PG | 2.203 | 2.406 | 2.280 | 2.061 | 1,97% |
enkel PG | 1.879 | 1.955 | 2.259 | 2.386 | 2,28% |
Trap 2 + IMB + PG | 1.621 | 1.759 | 1.761 | 1.678 | 1,60% |
IMB + PG | 1.200 | 1.184 | 1.358 | 1.353 | 1,29% |
Totaal | 101.661 | 104.040 | 103.640 | 104.824 | 100% |
Het totaal aantal mensen dat een beroep doet op ondersteuning van het VAPH is de voorbije drie jaar relatief stabiel. Toch zien we belangrijke evoluties binnen de cijfers. Vooraleer we conclusies trekken uit die cijfers moeten we ons ervan bewust zijn dat de cijfers in de jaren 2020 en 2021 in bepaalde mate kunnen beïnvloed zijn door de covid-pandemie. Maar, het is niet eenvoudig om de impact daarvan te kennen.
De cijfers tonen dat de investeringen van de Vlaamse Regering leiden tot een gevoelige stijging van het aantal personen met een persoonsvolgend budget (PVB) of een persoonlijke-assistentiebudget (PAB). Die stijging is het opvallendst in 2021, het jaar waarin het VAPH een groot budget aan uitbreidingsmiddelen kreeg in het kader van het zorginvesteringsplan. Die middelen werden voornamelijk ingezet voor bijkomende individuele budgetten.
Binnen de prioriteitengroepen zien we een verschillend beeld.
- De realisatie van het zorginvesteringsplan, zorgt ervoor dat de wachttijd in prioriteitengroep 1 gevoelig gedaald is, waardoor het aantal mensen in die groep ook gevoelig gedaald is.
- De trend van de voorbije jaren waarbij we een lichte daling zien in prioriteitengroep 3 zet zich door. Dat is voornamelijk het gevolg van herprioriteringen.
- Ook voor prioriteitengroep 2 zet de trend van de voorbije jaar zich door. Sedert 2018 zien we jaarlijks een sterke stijging, waardoor nu ruim 5000 mensen tot die groep behoren.
Een andere trend die zich de laatste jaren doorzet, is het dalend aantal cliënten binnen de multifunctionele centra (MFC’s). Hieronder vindt u een aantal tabellen die mogelijk een verklaring bieden voor die daling.
MFC | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|
aantal cliënten op 31 december | 9.527 | 9.261 | 8.642 | 8.516 |
aantal cliënten gedurende het volledige jaar | 11.270 | 11.009 | 9.899 | 9.822 |
totaal personeelspunten in de erkenning | 434.514 | 434.335 | 393.604 | 407.907 |
totale output in de erkenning | 9.839 | 9.828 | 9.230 | 9.224 |
In de tabel worden de meest relevante cijfers voor de MFC’s op een rijtje gezet. Het gaat daarbij om de cliënten op een bepaald moment (31 december van het betreffende jaar) en om alle cliënten die doorheen het jaar een beroep gedaan hebben op een MFC.
De MFC’s worden erkend in een bepaald volume aan personeelspunten. Daarmee kunnen zij op een flexibele wijze personeel inzetten om zo tegemoet te komen aan de vragen van kinderen en jongeren en hun gezin. We zien de voorbije jaren de capaciteit van de MFC’s afnemen. Alleen in 2021 zien we een lichte toename van het aantal erkende personeelspunten.
Naast de capaciteit van de MFC’s in personeelspunten wordt in de erkenning ook telkens de outputfactor vermeld. Die outputfactor geeft aan hoeveel cliënten een MFC minimaal moet ondersteunen op jaarbasis en kan dus best vergeleken worden met het aantal cliënten gedurende het volledige jaar. De voorbije jaren is de outputfactor gedaald door de overdracht van een aantal MFC’s naar het agentschap Opgroeien en door reconversies van MFC naar RTH.
In 2021 is de totale outputfactor relatief stabiel gebleven ondanks een stijging van het totaal aantal personeelspunten in de erkenning. De reden daarvoor is dat de MFC’s in het kader van het Vlaams Intersectoraal Akkoord extra personeel ter beschikking kregen in functie van een verlaging van de werkdruk, zonder een verhoging van de outputfactor.
Ter illustratie geven we hieronder in een grafiek een evolutie van zowel het aantal cliënten op jaarbasis als van de outputfactor weer.
Grafiek: evolutie van het aantal cliënten een outputfactor MFC
In bovenstaande grafiek zien we dat de daling van het aantal cliënten gepaard gaat met een daling van de gewenste output. Om een gedegen evaluatie te maken van de daling van het aantal cliënten zijn verdere analyses nodig. Niet alleen met betrekking tot het aantal cliënten maar ook met betrekking tot de aangeboden ondersteuningsfuncties en de frequenties.