Extra middelen
Het Zorginvesteringsplan zorgt voor perspectief voor alle mensen in prioriteitengroep 1.
In de meerjarenbegroting die opgemaakt werd bij de start van de nieuwe Vlaamse Regering in 2019, werd een extra budget van 270 miljoen euro per jaar voorzien voor de sector handicap voor de periode 2020-2024. In 2020 werd daarvan 40 miljoen euro geïnvesteerd. De overige 230 miljoen euro werd door de Vlaamse Regering beschikbaar gesteld vanaf 2021. Met deze middelen wil de Vlaamse Regering personen met een handicap met de meest dringende vragen perspectief bieden. Daartoe werd het Zorginvesteringsplan goedgekeurd.
Zoveel mogelijk persoonsvolgende budgetten en persoonlijke-assistentiebudgetten
15 % van de middelen gaat naar ondersteuning voor minderjarigen en 85 % naar ondersteuning voor meerderjarigen.
Wat betreft minderjarigen wordt in 2022 6,25 miljoen euro ingezet om bijkomende persoonlijke-assistentiebudgetten toe te kennen en 3 miljoen euro voor bijkomende persoonsvolgende convenanten. Een persoonsvolgende convenant is een persoonsvolgend budget dat een geïndividualiseerd aanbod bij een zorgaanbieder toelaat op maat van een minderjarige of jongvolwassene met een handicap.
Het budget voor meerderjarigen wordt ingezet voor bijkomende persoonsvolgende budgetten via de automatische-toekenningsgroepen en de prioriteitengroepen.
De uitbreidingsmiddelen voor meerderjarigen worden ingezet voor terbeschikkingstellingen aan mensen in de prioriteitengroepen. In het Zorginvesteringsplan werd de doelstelling vooropgeplaatst om de wachttijd in prioriteitengroep 1 in te perken tot 18 maanden. In 2022 zal deze doelstelling gerealiseerd worden en zal aan alle mensen met een prioriteringsdatum vóór 30 juni 2021 in prioriteitengroep 1 een persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld worden.
Daarenboven werd ervoor gekozen na de begrotingscontrole van september om niet-ingezette middelen van 2022, ruim 15 miljoen euro, opnieuw in te zetten voor het ter beschikking stellen van persoonsvolgende budgetten. Daardoor was het mogelijk om bijkomend in prioriteitengroep 1 alle mensen met een prioriteringsdatum én een toewijzingsdatum voor 1 oktober 2022 versneld hun persoonsvolgend budget ter beschikking te stellen.
In totaal wordt de kost voor de terbeschikkingstellingen in 2022 in prioriteitengroep 1 geraamd op 43,9 miljoen euro. Daarvan is 12,4 miljoen euro ter beschikking gesteld in de eerste jaarhelft van 2022.
Daarnaast werd ook 20 miljoen euro werd vrijgemaakt voor gedeeltelijke budgetten aan mensen in prioriteitengroep 2. Deze budgetten zijn gestart op 1 december 2022.
53,2 miljoen euro voor automatische-toekenningsgroepen
Tot slot zijn er ook terbeschikkingstellingen voor mensen in een automatische-toekenningsgroep. De kost van de automatische-toekenningsgroepen - zoals bijvoorbeeld personen in een noodsituatie die versneld een persoonsvolgend budget ter beschikking gesteld krijgen - wordt ingeschat op 53,2 miljoen euro in 2022. Dat bedrag wordt gefinancierd met middelen die vrijkomen door uitstroom door overlijden of stopzettingen. Maar die middelen zijn onvoldoende om alle automatische-toekenningsgroepen te financieren. De overige kosten worden opgevangen door middelen die overgeheveld worden vanuit andere beleidsvelden binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.